V2 VEGA-C 120V, User Manual, Page: 133 / 148

N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
131
8.5 - VEILIGHEIDSLIJSTEN
De stuurcentrale PD11 is uitgerust met een ingang voor het
beheer van de veiligheidslijsten. De inwerkingtreding van de lijst
veroorzaakt gedurende 3 seconden de omkering van de
beweging tijdens de opening en/of de sluiting. Deze ingang is in
staat om zowel de klassieke lijst met normaal gesloten contact te
beheren als de rubberen geleidende lijst met een nominale
weerstand van 8,2 kohm.
Sluit de kabels van de veiligheidslijsten aan tussen klemmetjes
J1 en J4 van de stuurcentrale.
m
LET OP:
• Indien meer lijsten met een normaal gesloten contact gebruikt
worden, moeten de uitgangen in serie aangesloten worden.
• Indien meer lijsten met geleidend rubber gebruikt worden,
moeten de uitgangen in cascade aangesloten worden en mag
alleen de laatste op de nominale weerstand eindigen.
8.6 - STOP
Voor een grotere veiligheid is het mogelijk een schakelaar te
installeren die, wanneer geactiveerd, de onmiddellijke blokkering
van de poort veroorzaakt. De schakelaar moet een normaal
gesloten contact hebben dat alleen in geval van activering open
gaat. Indien de stopschakelaar geactiveerd wordt terwijl de poort
geopend is, wordt de functie van automatische hersluiting altijd
uitgeschakeld. Om de poort opnieuw te sluiten moet een
startimpuls gegeven worden (indien de startfunctie in pauze
uitgeschakeld is, wordt deze tijdelijk opnieuw ingeschakeld om
de deblokkering van de poort mogelijk te maken).
Sluit de kabels van de stopschakelaar aan tussen klemmetjes J3
en J4 van de stuurcentrale.
De functie van de stopschakelaar kan geactiveerd worden via een
afstandsbediening die bewaard is op kanaal 3 (zie de instructies
van ontvanger MRx).
8.7 - ACTIVERINGSINGANG
De stuurcentrale PD15 beschikt over een
activeringsingang met N.O.-contact die met
knop , die zich op het motordeksel bevindt,
geactiveerd kan worden, of via een zender
(de knop moet op kanaal 1 van ontvanger MRx
bewaard zijn).
Gebruik klemmetjes J2 en J4 voor het aansluiten van een externe
knop.
8.8 - INPLUGBARE ONTVANGER
De stuurcentrale PD11 is gereed gemaakt voor inpluggen van
een ontvanger van de serie MRx met een super heterodyne
architectuur met hoge gevoeligheid.
m
LET OP: Voordat u de MRx ontvanger inplugt
schakelt u eerst de voeding naar de stuurcentrale uit. Let
bijzonder goed op de richting van aansluiting van de
uittrekbare modules.
De ontvangstmodule MRx heeft 4 beschikbare kanalen en aan
elk daarvan is een instructie van de stuurcentrale PD15
toegekend:
• KANAAL 1
쩚쩛 START
• KANAAL 2 쩚쩛 UNUSED
• KANAAL 3 쩚쩛 STOP
• KANAAL 4
쩚쩛
SERVICELICHTEN
LET OP: Voor de programmering van de 4 kanalen en van
de werklogica moeten de instructies die bij de ontvanger
MRx gevoegd zijn met aandacht gelezen worden.
8.9 - EXTERNE ANTENNE
Het wordt geadviseerd gebruik te maken van de externe antenne
model ANS433 ter garantie van het maximale radiobereik.
Sluit de kern van de antenne aan op klem A2 van de
stuurcentrale en de mantel op klem A1 .