N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
40
PROGRAMMERING VAN DE FUNCTIES VIA
ZENDERS VAN DE SERIE ADLER
Door een zender van de serie ADLER te gebruiken, is het
mogelijk om de functies van de centrale die de buismotor stuurt,
te wijzigen.
SNELLE bewaring van de zenders
Handel als volgt om de afstandsbedieningen te bewaren op een
lege centrale die een rolluik of een scherm bestuurt (NIET met
caisson):
LET OP:
de eerste zender die bewaard wordt bepaalt de richting
van beweging van de motor.
1. Schakel aalleen de voeding naar de te programmeren
centrale in
2.
Druk op de toetsen UP en DOWN en houd deze ingedrukt tot
de motor zich in een richting begint te bewegen
3.
Laat de toetsen los: de motor stopt
4.
Druk op de knoppen UP of DOWN al naargelang de richting
waarin het rolluik zich bewoog alvorens tot stilstand te komen:
- druk, indien het rolluik steeg, op de toets UP. Verworven
richting: toets UP laat het rolluik stijgen, toets DOWN laat het
rolluik dalen
- druk, indien het rolluik daalde, op de toets DOWN.
Verworven richting: toets DOWN laat het rolluik dalen. Toets
UP laat het rolluik stijgen.
5.
Programmering voltooid.
Handel als volgt om andere afstandsbedieningen toe te voegen:
6.
Druk op de toetsen UP en DOWN van een reeds bewaarde
afstandsbediening en houd deze toetsen ingedrukt tot de
motor zich in een richting begint te bewegen
7.
Laat de toetsen los: de motor stopt
8.
Druk op de knoppen UP of DOWN van de nieuwe
afstandsbediening
LET OP:
Indien het scherm met caisson betreft, moet de
bewaring van de eerste afstandsbediening uitgevoerd worden
aan de hand van procedure “1. Bewaring van de zenders en
selectie van de werkwijze scherm”
GEAVANCEERDE programmering van de
functies
Om de GEAVANCEERDE programmering van de functies uit te
voeren, moet het masker van de afstandsbediening weggenomen
worden en dient men de procedures van de verschillende functies
met aandacht te volgen.
Iedere functie kan geselecteerd worden door tijdens de
programmeerprocedure een code in te toetsen. Hieronder volgt
een samenvattende tabel van de functies met de diverse
programmeercodes.
A
: code om de programmering te activeren
B
: duidt op kanaal 1 van de afstandsbediening. Voor kanaal 2
zijn de cijfers 12, voor kanaal 3 zijn het er 13, enzovoorts tot
kanaal 6
C
: code van de te programmeren functie
Onderstaande afbeelding toont de referenties van de toetsen en
de tijdens de programmeerfase gebruikte leds
UP
STOP
DOWN
UP
STOP
DOWN
PROG
CODE
FUNCTIE
A
B
C
12 11 11
Opslaan van de zenders
12 11 13
Wissen van alle opgeslagen zenders
12 11 17
Opslaan van het interventieniveau van de
windmeter
12 11 18
Programmeren van de gevoeligheid van de
zonnecel
12 11 21
Programmeren van het temperatuurniveau