- 47 -
Fietsen demonteren
De demontage van de fietsen en het losmaken van de houders (2),
(3) en (4) wordt in omgekeerde volgorde uitgevoerd.
Verlichting afstellen
Als het voertuig
5
of de lading van de fietsdrager aan de zijkant
meer dan 40 cm buiten de achterlichten (9) uitsteekt (afstand B),
dan dienen de achterlichten (9) naar buiten te worden verplaatst.
1. Vergrendelingen (26) samendrukken, achterlichten (9) in de
buitenste positie schuiven en vergrendelingen (26) weer
loslaten.
2. Achterlichten (9) op vaste bevestiging controleren.
3. Voor het samenklappen van de fietsdrager (1) de
achterlichten (9) in omgekeerde volgorde weer in
uitgangspositie zetten.
Fietsdrager kantelen/terugklappen
Fietsdrager kantelen
De fietsdrager kan voor laden van het voertuig worden gekanteld.
Voethendel (27) bedienen en fietsdrager (1) door trekken aan
dragerframe (7) resp. aan het fietsframe kantelen.
Fietsdrager terugklappen
1. Fietsdrager (1) terugklappen zodat beide haken (28) volledig in
het frame (29) vergrendelen.
2. Fietsdrager (1) door schudden op vaste bevestiging
controleren.
Indien nodig fietsdrager (1) opnieuw kantelen en opnieuw
terugklappen.
5. Zonder buitenspiegel
B
B
M+P-25A-0123
9
9
9
1
26
M+P-25A-0124
Voorzichtig
Fietsdragers langzaam kantelen en controleren of zich geen
personen of voorwerpen in het kantelbereik vinden.
Er bestaat klemgevaar voor personen en voorwerpen in het
kantelbereik.
De fietsdrager moet tijdens terugklappen met beide haken
volledig vergrendeld zijn, anders kan de fietsdrager tijdens
rijden kantelen en bij andere personen tot een ongeval en
hieruit volgend letsel en materiële schade leiden.
M+P-25A-0125
27
1
7
1
28
29
28
29
M+P-25A-0126
