143
6
ELEKTRISCHE BEDRADING
WAARSCHUWING
1. Zorg ervoor dat alle bekabeling stevig is vastgezet, het juiste type kabel wordt gebruikt en dat de
aansluitpunten en kabels niet mechanisch kunnen worden belast.
Een slechte aansluiting of bevestiging kan brand veroorzaken, enz.
2. Controleer of de aardingsaansluiting is gemonteerd. (Aarding)
Sluit de aardingsdraad niet aan op een gas- of waterleiding, bliksemafleider of de aardedraad van een
telefooninstallatie.
Door een slechte aarding kan gevaar voor elektrische schokken ontstaan.
3. De elektrotechnisch installateur moet de elektrische aansluitingen volgens de lokale voorschriften en
op de manier zoals is beschreven in deze installatiehandleiding uitvoeren en de installatie aansluiten
op een schone groep.
Door onvoldoende capaciteit van de voedingsschakeling kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
LET OP
Installeer altijd een aardlekschakelaar.
Zorg er steeds voor dat de airconditioner is aangesloten op een aardlekschakelaar om elektrische schokken te
voorkomen.
VOORWAARDE
• Gebruik voor de voedingsaansluiting bekabeling die in overeenstemming is met de lokaal geldende voorschriften.
• Meer informatie over de bekabeling van de buitenunits vindt u in de installatiehandleiding bij de buitenunit.
• Sluit de voedingskabel nooit aan op het aansluitingenblok (A, B, U
1
, U
2
, X, Y enzovoort) voor de
afstandsbediening. (Het systeem werkt dan niet.)
• Leid de bedrading zodanig dat deze niet in contact komt met de hete leiding.
Daardoor kan de coating smelten en kunnen ongelukken ontstaan.
• Vergeet niet, bij het maken van de aansluitingen in het aansluitingencompartiment, een lus in de kabel te
maken en de kabel vast te zetten met de kabelklem.
• Installeer de koelmiddelleidingen en de besturingsbekabeling in dezelfde montagegoot.
• Schakel de voedingsspanning van de binnenunit pas in nadat de koelmiddelleidingen volledig vacuüm gezogen zijn.
Voedingspecificaties
De kabels en de kabels voor de afstandsbediening zijn niet meegeleverd.
Meer informatie over de voedingspecificaties vindt u in de onderstaande tabel. Een lage capaciteit is gevaarlijk
omdat daardoor oververhitting kan ontstaan.
Meer informatie over de specificaties van de voeding van de buitenunit en de voedingskabels vindt u in de
installatiehandleiding bij de buitenunit.
Voeding
Voeding
binnenunit (*1)
Voedingskabel
Maximaal 20 m
Maximaal 50 m
Verbindingsbekabeling
Aantal
Kabeldikte
tussen binnen- en buitenunit (*2)
Besturing
Bekabeling voor centrale
Aantal
Kabeldikte
bediening (*3)
Bekabeling voor de
Aantal
afstandsbediening (*4)
Kabeldikte
220–240V
~
50Hz
220V
~
60Hz
Twisted pairkabel: 2.0 mm²
Twisted pairkabel: 3.5 mm²
2
(Maximaal 1000 m) Twisted pairkabel: 1.25 mm²
(Maximaal 2000 m) Twisted pairkabel: 2.0
0
mm²
2
(Maximaal 1000 m) Twisted pairkabel: 1.25 mm²
(Maximaal 2000 m) Twisted pairkabel: 2.0
0
mm²
2
Twisted pairkabel: 0.5 tot 2.0 mm²
Installeer een hoofdschakelaar/aardlekschakelaar of voedingskabel/zekering voor de binnenunits met
specificaties die voldoen aan de totale stroomspecificaties van de binnenunits.