148
UNIT
SET
CL
1, 5
3
2, 4
TEST
8
WERKINGSTEST
Voordat u een werkingstest uitvoert
• Voer, voordat u de voeding inschakelt, eerst de volgende procedures uit.
1) Controleer of de weerstand tussen het aansluitingenblok van de
voeding en de aarde tenminste 1M
Ω
is. Schakel het apparaat niet in
als de weerstand lager is dan 1M
Ω
.
2) Controleer of alle afsluiters van de buitenunit volledig geopend zijn.
• Druk nooit de elektromagnetische contactschakelaar in om een
geforceerde werkingstest uit te voeren.
(Dat is erg gevaarlijk omdat in dat geval een beveiliging niet werkt.)
Zo voert u de werkingstest uit
• Sluit, om één binnenunit te laten ventileren, CN72 op de printplaat kort en schakel dan de voedingsspanning
opnieuw in. (Start het apparaat in VENTILATOR-modus.) Vergeet in dit geval niet om na het uitvoeren van de
werkingstest de kortsluiting van CN72 ongedaan te maken.
• Controleer de werking met behulp van de afstandsbediening. Meer informatie over de werking ervan vindt u in de
Gebruiksaanwijzing.
Een geforceerde werkingstest kan uitgevoerd worden met behulp van de volgende procedure wanneer de
kamertemperatuur lager is dan de ingestelde inschakeltemperatuur.
Om te voorkomen dat de werkingstest meteen na een andere werkingstest wordt uitgevoerd, kan het apparaat
pas na ongeveer 60 minuten opnieuw ingeschakeld worden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de
voedingsspanning, om de
compressor bij opstarten te
beschermen, minimaal 12 uur
ingeschakeld is.
OPMERKING
Gebruik geen Geforceerde bediening in andere
gevallen dan voor een werkingstest, omdat dit de
airconditioner extra zwaar belast.
Bij een bekabelde afstandsbediening
Procedure
1
2
3
4
5
Omschrijving
Houd de toets
minimaal 4 seconden ingedrukt.
Op het display wordt de melding [TEST] weergegeven, waarna het
mogelijk is om een werkingstest uit te voeren.
Druk op
x.
Selecteer met de toets
[COOL (KOELEN)] of
[HEAT (VERWARMEN)].
• Schakel de airconditioner niet in een andere modus dan de modus
[COOL] of [HEAT] in.
• Tijdens de werkingstest werkt de temperatuurregeling niet.
• Wel worden fouten op de gebruikelijke manier gedetecteerd.
Druk, na het uitvoeren van de werkingstest, op
om het
apparaat uit te schakelen. (Het display is gelijk aan dat bij stap 1 )
Druk op de toets
om de werkingstest te annuleren.
(Op het display wordt de melding [TEST] gewist en de status wordt
opnieuw normaal.)