21
Aanpassen/controleren van de remmen
Aanpassen/controleren: draai de moer naast de rem los
A.
Breng de remkabel
B
op spanning door de stelschroef
C
te
verstellen.
Pas beide remblokken aan zodat de afstand tot het wieloppervlak ongeveer 1 mm is
D
. Draai de moer
A
fast. Zorg ervoor dat de remmen niet te strak worden afgesteld waardoor ze mogelijk strak in het rubber drukken als de
parkeerrem wordt gebruikt.
Onderhoud van de remmen: maak regelmatig het remblok
E
en de remveer
F
schoon. De wielen kunnen worden
vervangen als ze versleten of beschadigd zijn.
Het gebruik van de remmen
Controleer altijd de remmen voor gebruik. De remhendel
A
aan de linker en rechterzijde, remmen aan de
overeenkomstige zijde op het achterwiel. De wielen zijn gemaakt van een speciaal rubber dat een optimale
remcapaciteit geeft op gladde oppervlakten. Verkeerd gebruik kan onveilige situaties en schade aan de
walker veroorzaken.
De walker mag niet met kracht worden geduwd als de remmen in parkeerrempositie staan
of de remmen gedeeltelijk in werking zijn.
Dit wijst op onjuist gebruik en kan slijtage en scheuringen veroorzaken
aan de rem en wielen waardoor
de kwaliteit verminderd.
Parkeerremmen:
duw beide hendels
A
naar beneden tot ze
vast staan. Beide achterwielen staan nu geblokkeerd. Trek beide hendels omhoog om de parkeerremmen weer vrij te
geven.
Remmen:
om te remmen terwijl u rijdt, dient u de handremgrepen
B
op te trekken.
Gebruik de remmen niet
voortdurend terwijl u zich met de walker voortbeweegt. Dit veroorzaakt ongewenste slijtage aan de wielen.
Zitting en netje
De parkeerremmen moeten in rempositie staan voordat u gebruik maakt van de zitting
A
. Duw beide hendels
B
naar
beneden tot ze vast staan. Beide achterwielen zijn nu geblokkeerd. De zitting geeft u de mogelijkheid te gaan zitten met
uw rug naar het boodschappennetje
C
. Het boodschappennetje
D
kan belast worden tot 5 kg. Het netje kan verwijderd
en schoongemaakt worden (handwas 40°C).
Anti stootrand en drempelhulp functie
De stootrand
A
is geplaatst voor de achterwielen en voorkomt dat u blijft hangen achter de deurpost, meubels etc. Om
een stoep of drempel te overbruggen, zet u uw voet op de steun
B
aan het achterwiel en duwt u uw voet naar beneden.
Hierdoor zullen de voorwielen omhoog gaan en kunt u eenvoudig uw weg vervolgen.
Het vervoeren van de walker
De walker dient niet te worden opgetild bij het opklapkoord of de remkabel. Vouw de walker samen zoals getoond in de
illustratie. Til de walker op bij de opgevouwen transporthandvatten
A
.
Transport
De rollator dient in de ingeklapte en vergrendelde positie te worden getransporteerd (zie paragraaf
Uitklappen/inklappen). Zorg ervoor dat de rollator zich niet onverwachts kan uitklappen. Wees voorzichtig bij het laden
van de rollator in een voertuig, let erop dat de rollator goed vergrendeld is.
Opslag
De walker moet in staande positie worden opgeslagen. Hij kan ook buiten onder een afdak opgeslagen worden.
Materiaal // Afvoeren van de walker
De walker is gemaakt van aluminium, plastic en polyester. De meeste delen kunnen gerecycled worden. Voer de
rollator af volgens de geldende voorschriften in uw land. Voor informatie kunt u contact opnemen met uw gemeente.
Reinigen
De walker kan gestoomd, afgespoten en gewassen worden met normale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, stoomof hogedruk reinigers.
Desinfectieren
Reinigen met een desinfectiemiddel dient u aan de daartoe bevoegde personen over te laten, door het dragen van
voldoende beschermende uitrusting. Voor het desinfecteren van de walker dient u desinfectiemiddel te gebruiken dat
70 – 80 % Ethanol bevat. Wij raden u af om desinfectiemiddelen te gebruiken die chloor of fenol bevatten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden indien er schade ontstaat door verkeerd reinigen, desinfecteren of
reiniging uit gevoerd door onbevoegde personen.