TC 80100
Toolland | www.toolland.be
5
Sluit bij de oververhitting de trekkleppen
om de intensiteit van het vuur te
reduceren.
Sluit bij een slechte werking de
trekkleppen en raadpleeg de fabrikant.
POSITIE VAN HET ROOKKANAAL
Zet het kniestuk op de rookafvoer van de
kachel.
Plaats de pijp op het kniestuk en herhaal
dit bij alle pijpen.
Sluit het geheel aan op de schoorsteen.
INSTALLATIE
Alle lokale regelgevingen, inclusief de
nationale en Europese, dienen in acht te
worden genomen bij de installatie van het
toestel.
De rookafvoer dient zo verticaal mogelijk
gepositioneerd te zijn. Vermijd het
gebruik van kniestukken en omleidingen.
Indien de installatie op een gemetselde
schootsteenpijp aangesloten is, is het
aanbevolen dat de pijpen tot aan de
afvoer naar buiten reiken. Indien de
installatie alleen met pijpen uitgevoerd,
wordt, is minimaal 3 strekkende meter te
vereist.
Opgelet: de installatie van deze kachel
dient door een gekwalificeerde vakman te
worden uitgevoerd.
De ventilatieopening dient steeds vrij te
zijn.
Opgelet: deze kachel dient in een goed
geventileerd vertrek te worden
geïnstalleerd.
Het is raadzaam de kachel te plaatsen in
een ruimte met minstens 1 raam.
De pijpen dienen te worden afgedicht met
een vuurvaste kit om te voorkomen dat
het roet doorheen de naden komt.
Zet de kachel niet dichtbij brandbare
wanden. De kachel dient op een
onbrandbare vloer te worden
geïnstalleerd. Anders dient onder de
kachel een metalen plaat te worden
aangebracht die het hele oppervlak van
de kachel bedekt en aan de zijkanten 15
cm en aan de voorkant 30 cm uitsteekt.
Terwijl de kachel brandt, dienen alle
hittegevoelige materialen in de buurt
te
worden verwijderd: meubels, gordijnen,
papier, kleding, etc.
De minimale veiligheidsafstand tussen de
kachel en brandbare materialen wordt
vermeld op de laatste bladzijde van deze
handleiding.
De kachel moet toegankelijk zijn voor de
reiniging van de kachel zelf, van het
rookkanaal en van de schoorsteen.
Indien u de kachel dicht bij een
ontvlambare wand wenst te plaatsen,
raden wij aan om een minimale afstand
te bewaren zodat de kachel gemakkelijk
schoongemaakt kan worden.
Deze kachel is niet compatibel met
schoorsteensystemen die met andere
apparaten worden gedeeld.
De kachel dient op een vloer te worden
geïnstalleerd met het juiste
draagvermogen.
Indien uw huidige vloer niet aan deze
voorafgaande vereiste voldoet, moeten
passende maatregelen getroffen worden
(bvb. een drukverdeelplaat).
BRANDSTOF
Gebruik enkel droog hout met een
maximale vochtigheidsgraad van 20%.
Hout met een vochtigheidsgraad van
50%-60% verbrandt zeer slecht, brengt
veel teervorming teweeg, stoot teveel
dampen uit en zorgt voor overmatige
afzettingen op de kachel, het glas en de
rookafvoer.
Steek het vuur aan met aanmaakblokjes
of met behulp van papier of dunne takjes.
Gebruik voor het aansteken van het vuur
nooit alcohol of soortgelijke producten.
Verbrand geen huisvuil, plastic
materialen of vetachtige producten die
het milieu vervuilen en brand kunnen
veroorzaken door de verstopping van het
rookkanaal.
ONDERHOUD
Probeer nooit een werkende kachel
schoon te maken.
Het is eveneens van belang de
rookkanalen van het toestel regelmatig
schoon te maken en te controleren of
deze niet verstopt zijn, alvorens de
kachel terug te gebruik na een lange
periode van niet-gebruik.