57
b) Persoonlijke veiligheid
• Gebruik het gereedschap niet als u moe bent of onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen staat.
Een moment van de onoplettendheid kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Ga zorgvuldig om met het gereedschap. Vermijd het gewenningseffect als u al vaker met het gereed-
schap gewerkt heeft. Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en blijf steeds aandachtig. Een mo-
ment van onoplettendheid kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Draag persoonlijke beschermingsmiddelen. Draag altijd een veiligheidsbril, stevige schoenen, een lange
broek, gehoorbescherming, een ademmasker en eventueel handschoenen. Voer nooit werkzaamheden
op blote voeten of met sandalen uit.
• Draag geschikte werkkleding. Draag geen sieraden. Door bewegende delen kunnen haren, sieraden of
kleding naar binnen worden getrokken. Letselgevaar! Gebruik daarom bij lang haar bijv. een haarnet en
draag bij het werken nauwsluitende kleding.
• Voorkom onbedoeld inschakelen van het gereedschap. Overtuig u er altijd van, dat de aan-/uit-schake-
laar is uitgeschakeld wanneer u het apparaat neerlegt, oppakt of draagt en voordat u de accu aansluit of
uit het apparaat haalt. Draag het gereedschap niet met de vinger op de aan-/uit-schakelaar.
• Verwijder al het instelgereedschap, zoals bijvoorbeeld moersleutels, enz. voordat u het apparaat in-
schakelt. Het gereedschap kan bij het inschakelen worden weggeslingerd of klem raken en letsel ver-
oorzaken.
• Let er tijdens het werk op dat u stevig staat en voorkom een abnormale lichaamshouding. Dit vergemak-
kelijkt bij onvoorziene situaties de controle over het gereedschap.
• Indien een voorziening voor de aansluiting van een afzuiginrichting aanwezig is, dient ervoor te worden
gezorgd dat deze correct aangesloten en gebruikt worden. Het gebruik van een dergelijke inrichting kan
gevaren in combinatie met stof verminderen.
c) Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen
• Overbelast elektrische apparatuur niet. Gebruik elektrische apparatuur alleen voor werkzaamheden,
waarvoor ze zijn bestemd. Een geschikt gereedschap doet het werk beter en vooral veiliger.
• Controleer voor ieder gebruik de aan-/uit-schakelaar. Een gebruik van gereedschap met een bescha-
digde aan-/uit-schakelaar verhindert de controle over het gereedschap en is daarom zeer gevaarlijk.
• Verwijder altijd de accu voordat u instellingen uitvoert, accessoires vervangt of het apparaat neerlegt of
opbergt. Deze eenvoudige procedure voorkomt onbedoeld inschakelen.
• Bewaar elektrische apparatuur buiten het bereik van kinderen. Voorkom dat personen het apparaat ge-
bruiken, die het apparaat niet kennen en/of deze originele gebruiksaanwijzing niet gelezen en begrepen
hebben. Elektrische gereedschappen zijn in de hand voor onervaren gebruikers zeer gevaarlijk.
• Onderhoud het gereedschap regelmatig en controleer het op beschadigingen, verontreinigingen, foute
instellingen, slijtage of andere toestanden, die tot een gevaar kunnen leiden. Laat beschadigde appa-
raten vóór de ingebruikname repareren door een vakman. Slecht onderhouden gereedschap leidt zeer
vaak tot ongelukken.
• Gebruik het gereedschap niet met versleten of verontreinige zaaggereedschappen. Gebruik uitsluitend
geschikte zaaggereedschappen. Stomp of ongeschikt zaaggereedschap haakt gemakkelijk en leidt tot
een verlies van de controle via het gereedschap.