45
11. Onderhoud
• Het product is relatief onderhoudsarm en bevat slechts enkele onderdelen die onderhoud nodig hebben. Laat
reparaties uitsluitend door specialisten uitvoeren!
• Houd de slang schoon en vrij van vuil om een juiste werking van het product zeker te stellen.
• Ontdoe de bewegende delen (geleidingsrollen) van vuil dat zich er met de tijd ophoopt. Controleer de uitrusting
regelmatig op een soepele beweging, lekkages, scheuren of beschadigingen.
• Controleer nu en dan de aansluitingen op losheid en beschadigingen.
12. Oplossen van problemen
Koppel de persluchtslangoproller voor elke soort van instel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
altijd los van de persluchttoevoer!
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De slang rolt niet
helemaal op.
• De slang is te snel opgerold.
• De slang is ongelijkmatig
opgerold.
• De veerspanning is te gering.
• Een gebruikte vervangende slang
is te zwaar.
• De slangstopring (5) is verplaatst.
• Rol de slang gelijkmatig en langzaam op!
• Slang gelijkmatig oprollen
• Laat een nieuwe veer plaatsen.
• Gebruik een vervangende slang met een
passend gewicht.
• Stel de slangstopring in op de juiste plek.
De vergrendeling klikt
niet vast.
• De slangoproller is niet goed
gemonteerd.
• De slang is te snel losgelaten.
• De interne vergrendelingseenheid
is wellicht beschadigd.
• Controleer of de installatie correct is
uitgevoerd. Zie hoofdstuk "9. Montage".
• Laat de slang langzaam en gecontroleerd
los.
• Vervang de oude interne
vergrendelingseenheid door een nieuwe.
Ergens ontsnapt lucht.
• De slang is beschadigd.
• De afdichting van het
draaigedeelte is wellicht versleten.
• Een slangklem is niet goed
bevestigd.
• Laat de slang vervangen.
• Laat de afdichting van het draaigedeelte
door een specialist vervangen.
• Vervang de slangklem of bevestig deze.