Voor elke bewerking dient de toestand van het
zaagblad gecontroleerd worden.
VERTICAAL VERSTEK ZAGEN
-
Voor het verstekzagen op 45° moet de moer op de
rugkant van de machine met een steeksleutel losge-
maakt worden.
-
Stel de zaagkop in van de linkerkant tot de gewenste
instelling of tot 45°.
-
Draai de moer weer vast voordat u met zagen begint.
HORIZONTAAL VERSTEKZAGEN
-
De kop kan tot 45° zowel naar links als naar rechts
gedraaid worden.
-
Tussenhoeken zijn gemakkelijk in te stellen, waarbij
men de gewenste hoek op de gradenverdeling kan
aflezen.
-
Om de machinekop in een gewenste hoek vast te zet-
ten of los te maken worden de beide geleidingsstel-
schroeven versteld.
-
De aanslag op 45° is excentrisch voor een juiste
afstelling.
GECOMBINEERDE ZAAGSNEDE
Een combinatie van een in horizontaal en verticaal inge-
stelde verstekinstelling.
WISSELEN VAN HET ZAAGBLAD
Laat eerst het zaagblad volledig tot stilstand
komen en verwijder de stekker uit het stopcontact.
-
Verwijder de beschermkap (Fig. 1.11). Daarna de bui-
tenflens met de bijbehorende sleutel klemmen en
met behulp van een steeksleutel met de klok mee-
draaien.
-
Neem het zaagblad uit en vervang het, waarbij de tan-
den in de richting van de pijl wijzen.
-
Voordat het zaagblad gemonteerd wordt eerst de
flenzen reinigen.
-
De buitenflens terug in positie brengen en vast
schroeven.
-
Voordat de machine op het stroomnet wordt aange-
sloten dient de zaagbladbescherming in de uitgangs-
positie worden gebracht.
-
Maak eventueel een vrije proefsnede, door opheffen
en naar beneden drukken van de zaagkop.
STOFAFZUIGING
De machine is voorzien van een aansluiting voor stofaf-
zuiging (b, afb. 2). Hiervoor kan een stofzuiger met
gebruikelijke aansluiting gebruikt worden.
STORINGEN
In het geval de afkortmachine niet naar behoren functio-
neert, geven wij onderstaand een aantal mogelijke oor-
zaken en de bijbehorende oplossingen.
1. De elektromotor wordt overmatig heet.
De koelluchtsleuven van de motor zijn verstopt met
vuil.
-
Reinig de koelluchtsleuven
De motor is defekt
-
Bied de machine aan bij uw Toledo-dealer voor con-
trole en/of reparatie.
2. De ingeschakelde machine werkt niet.
Het zaagblad klemt.
-
Controleer de machine op voorwerpen die dit klem-
men veroorzaken en verwijder deze.
Onderbreking in de netaansluiting
-
Netaansluiting controleren op breuk.
-
Bied de machine aan bij uw Toledo-dealer voor con-
trole en/of reparatie.
3. De motor stopt tijdens het zagen.
Het zaagblad zit in het werkstuk vast.
-
Laat de schakelaar los, trek de stekker uit het stop-
contact en maak de zaag los.
Onderbreking in de netaansluiting
-
Netaansluiting controleren op breuk.
-
Bied de machine aan bij uw Toledo-dealer voor con-
trole en/of reparatie.
4. Het stof wordt niet opgezogen.
Dit is mogelijk te wijten aan een verstopte stofafzui-
ging.
-
Reinig de stofafzuigopening.
Toledo
15
-
Om elektrische schokken te voorkomen mogen bij
het aansluiten van de stekker op het stopcontact, de
metalen stiften op geen enkele wijze worden aange-
raakt.
-
Gebruik het snoer niet om de stekker uit het stop-
contact te trekken. Bescherm het snoer tegen olie,
warmte, en scherpe kanten.
-
Breng nooit een reinigingsmiddel of glijmiddel aan op
een nog draaiend zaagblad.
-
Om brand te voorkomen mag de machine nooit in de
nabijheid van ontvlambare vloeistoffen, dampen of
gassen worden gebruikt.
-
Vermijd verwondingen die door gebruik van niet ori-
ginele toebehoren kunnen ontstaan. Gebruik alleen
de aanbevolen zaagbladen.
ALS DE MACHINE IN BEDRIJF IS
Laat routine, die bij veelvuldig gebruik van de
machine optreedt, niet leiden tot fouten. Denk
eraan dat een kleine onopmerkzaamheid in een fractie van
een seconde zware verwondingen tot gevolg kan hebben.
1. Laat, voordat de eerste zaagsnede wordt uitgevoerd,
de machine een tijdje draaien. Mochten er ongewone
geluiden, of sterke trillingen waargenomen worden,
schakel dan de machine uit en trek de stekker uit het
stopcontact, om vervolgens de oorzaak vast te stel-
len. Schakel de machine niet eerder in, voordat de
oorzaak is vastgesteld en het euvel is verholpen.
2. Let er op dat het afgezaagde werkstuk niet klem komt
te zitten, houdt het niet vast, klem het niet en sluit het
niet op tegen een aanslag. Het moet zich vrij langs de
zijkant van het zaagblad kunnen bewegen. Wanneer
dit niet mogelijk is kan het afgezaagde werkstuk door
het zaagblad gegrepen worden en worden weggeslin-
gerd.
3. Vermijd ongunstige handplaatsing, waarbij door een
plotselinge verschuiving een of beide handen in het
zaagblad kunnen komen.
4. Laat het zaagblad, voordat u met zagen begint, op
volle toeren komen.
5. Druk de zaagkop zo naar beneden dat de motor niet
wordt overbelast en het zaagblad niet vastloopt.
6. Gaat u klemmend materiaal verwijderen, laat dan
eerst het zaagblad tot stilstand komen. Schakel de
zaag uit en trek de stekker uit het stopcontact.
7. Houd de zaagkop na het beëindigen van het zaagpro-
ces naar beneden, laat de schakelaar los en wacht tot
alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen,
voordat u uw handen bij de machine weghaalt.
8. Werk alleen met door de fabrikant aanbevolen zaag-
bladen.
9. Sluit uw cirkelzaag tijdens het zagen altijd op een
afzuiginstallatie aan.
10. Zorg ervoor dat de beschermkap voor het zaagblad
in de juiste positie staat voordat u met het zagen
begint.
MOTOR
Om beschadiging aan de motor te voorkomen
moet deze regelmatig van zaagspanen en stof wor-
den vrijgemaakt en dit om een ideale koeling te verzekeren.
1. Sluit de machine aan op een 230 V~ stopcontact.
2. Wanneer de motor niet start, moet direct de schake-
laar losgelaten worden. Haal de stekker uit het stop-
contact. Controleer het zaagblad op een vrije loop.
Als het blad vrij loopt, de machine nog eens starten.
3. Wanneer de motor tijdens het zagen plotseling stil-
staat, moet direct de schakelaar worden losgelaten.
Maak het zaagblad los van het werkstuk, waarna met
het zagen verder kan worden gegaan.
4. Bij gebruik van lange kabels en een te kleine diameter
ontstaat spanningsverlies, die aanleiding geeft tot
problemen met de motor.
VOORBEREIDING
Zet de afkortmachine op een glad, stabiel oppervlak. De
afkortmachine kan tevens op een werkbank bevestigd
worden. Zorg ervoor dat de werkruimte ordelijk en
schoon is.
ONTGRENDELEN VAN DE MACHINE
Druk de zaagkop met de linkerhand naar beneden en
trek de vergrendelknop (a, afb. 2) naar buiten. De ont-
grendelknop bevindt zich op de rechterachterkant van
de zaagkop. Laat, zodra de vergrendelknop is uitgetrok-
ken, de zaagkop naar boven komen. Hierna kan de zaag-
kop naar beneden worden bewogen, door het indrukken
van de ontgrendelknop (2, fig. 1).
De afkortmachine is in de fabriek precies op 45° (rechts
en links) ingesteld. Ga bij de eerste zaagbewerking na of
het zaagblad haaks staat ten opzichte van de onderkant
van de machine en tafel. Om eventueel een correctie
door te voeren moeten de geleidingsstelschroeven ver-
draaid worden die zich aan beide kanten van het aanpas-
singsstuk bevinden. Op deze manier wordt de zwenk-
hendel, om een zaagsnede van 45° te krijgen, schuin inge-
steld.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
-
De afkortmachine wordt via de schakelaarknop in de
binnenkant van de handgreep in werking gesteld.
-
Voordat met zagen wordt begonnen, moet het zaag-
blad op volle toeren draaien.
-
Druk de zaagkop met de handgreep langzaam en
gelijkmatig naar beneden.
-
Oefen een druk op het zaagblad uit, overeenkomstig
met de aard en afmeting van het werkstuk.
-
Tijdens het zagen moet het werkstuk vast op de tafel
gedrukt worden.
-
Om langere werkstukken te zagen, moet er gebruik
worden gemaakt van steunen om het te zagen werk-
stuk te ondersteunen.
-
Na het beeindigen van het zagen moet de kop weer in
de uitgangspositie worden gebracht.
-
Het zaagblad moet regelmatig gescherpt worden en
indien nodig worden verwisseld.
14
Toledo