64
8.
In verband met de goede ontvangst van het 868 MHz-zendsignaal dient de
uiteindelijke afstand tussen het weerstation en de zenders onder goede
omstandigheden nooit meer te zijn dan 100 meter (zie opmerkingen onder
“
Positioneren
” en “
868 MHz-ontvangst
”).
BELANGRIJK:
Als de hierboven beschreven instructies voor het instellen van extra sensors niet
correct worden uitgevoerd kunnen zendproblemen optreden. Bij zendproblemen
dienen de batterijen uit alle toestellen te worden verwijderd en herstart te
worden vanaf stap 1.
DCF-77 ZENDERBESTUURDE TIJD:
De tijdbasis voor de radiografisch bestuurde tijd is een Cesium Atomic Klok van
het Duitse Rijksinstituut voor Physica en Techniek in Braunschweig met een
afwijking van minder dan één seconde per één miljoen jaar. De tijd wordt
gecodeerd uitgezonden vanuit Mainflingen bij Frankfurt via het frekwentiesignaal
DCF-77 (77.5 kHz) en heeft een zendbereik van ongeveer 1500 km. Het
zenderbestuurde weerstation ontvangt dit signaal en zet het om in de preciese
zomer- of wintertijd. De ontvangstkwaliteit hangt in hoge mate af van de
geografische ligging. Normaliter zijn er in een straal van 1500 km rond Frankfurt
geen ontvangstproblemen.
Zodra de test is voltooid voor de externe gegevens, begint het DCF
Pictogram in de linker bovenhoek van het LCD scherm te knipperen.
Dit betekent, dat de klok een DCF 77 signaal heeft gevonden en het probeert te
ontvangen. Als de tijdcode ontvangen is, komt het
DCF torentje permanent op het scherm en de tijd wordt weergegeven.
DCF-ontvangst vindt tweemaal per dag plaats: om 02:00 en
03:00 ‘s morgens.
Als de ontvangst om 2:00
’s morgens nog niet gelukt is, dan wordt een uur later
nogmaals een poging gedaan, enzovoorts tot 06:00 uur, totdat de ontvangst
gelukt is. Als de ontvangst om
06:00 ’s morgens nog steeds niet geslaagd is, dan
wordt de volgende dag om 02:00 uur weer een poging gedaan
Als het torentje knippert maar de tijd noch het DCF-torentje verschijnen,
controleer dan het volgende:
Aanbevolen afstand van storingsbronnen zoals computerschermen of TV-
toestellen is tenminste 1.5-2 meter.
In ruimten met gewapend beton (kelders, torenflats) wordt het signaal
uiteraard verzwakt ontvangen. In extreme gevallen moet man het toestel
dichter bij het raam zetten met de voor- of achterkant in de richting van de
Frankfurt-zender.
’s Nachts zijn atmosferische storingen gewoonlijk minder hevig en is
ontvangst in de meeste gevallen wel mogelijk. Een enkele ontvangst per
dag volstaat om de tijdsafwijking onder 1 seconde te houden.
Summary of Contents for 35.1078.10.IT
Page 1: ...110 115mm ...