25
02.01.2013
6.
Restrisico's en gevaarlijke punten i.v.m. het luchtgordijn
De volgende eventueel voorkomende restrisico's moeten door alle personen die in de buurt van het luchtgordijn
werken onvoorwaardelijk in acht worden genomen:
GEVAAR!
Poreuze leidingen zouden kunnen leiden tot het doorbranden van kabels
Kortsluiting of elektrische schokken door poreuze leidingen
Verbranding van verwarmde afsluitstrips of ventilatoren
Overhitting van de motor
Verbrandingsgevaar aan hete oppervlakken aan de binnenzijde van de installatie! Opletten
bij het openen van het deksel om de installatie te laten afkoelen
Bij een geopend deksel kan in de lopende motor worden gegrepen wanneer deze niet is
uitgeschakeld en tot stilstand is gekomen
Gevaar voor elektrische schokken door vochtigheid of door vrijgekomen vloeistoffen in de
installatie
Verbrandingsgevaar door heet pompwater onder druk
Bij gebrekkige montage of door het zelfstandig losmaken van de wand- en
dekselbevestiging kan de volledige installatie van het plafond loskomen en vallen
7. Brandveiligheid
GEVAAR
In geval van brand kan het luchtgordijn oxiderend werken. Door de circulatie van grote
luchtmassa's wordt meer zuurstof gevoerd naar brandhaarden in de directe omgeving van de
installatie. Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat u de installatie moet gebruiken in overeenstemming
met de geldende voorschriften op de plaats waar het luchtgordijn en dat deze moet worden
opgenomen in het brandbeveiligingsplan van het gebouw.
8.
Zo bevestigt u het luchtgordijn
U kan bij de montage kiezen tussen wand- of plafondbevestiging:
Bij de wandbevestiging moeten speciale wandhouders (type: WHK) met pluggen voor
zware belasting aan de wand worden bevestigd. Al naargelang de bouwlengte van de
installatie zijn er 2 of 3 wandhouders nodig. Het luchtgordijn kan met behulp van T-
schroeven in het dak van het toestel en met de meegeleverde (zelfverankerende)
bouten aan de wandhouder worden bevestigd.
Optie: de Z-vormige plafondprofielen zijn speciale plafondsteunen die samen met de T-
bouten en de zelfverankerende moeren op het dak van het toestel worden gemonteerd.
Afhankelijk van de lengte van de installatie moeten twee of drie Z-vormige
plafondprofielen worden gebruikt. De plafondprofielen worden telkens met twee
schroefdraadstangen aan het plafond opgehangen.
Optie: Bij plafondbevestiging worden, al naargelang de bouwlengte van de installatie, 4 tot
6 speciale houders van het type DH/DHD in de Blind-ein-klinknagelmatrijs op de
bovenzijde van het apparaat vastgeschroefd en aan het plafond boven de deur bevestigd
met zware ankers. Door de spanwartels te plaatsen wordt de installatie op de juiste
hoogte waterpas gemaakt.
nederl
ands
Summary of Contents for 100 E
Page 38: ...38 02 01 2013 L 100 150 E L 4...
Page 39: ...39 02 01 2013 L 100 150 N 4...
Page 40: ...40 02 01 2013 L 200 E L 200 N L 4 4...
Page 43: ...43 02 01 2013 6 7 8 WHK 2 3 T Z T 2 3 Z Z 4 6 DH DHD...
Page 44: ...44 02 01 2013 TEDDINGTON Teddington Teddington Luftschlei eranlagen GmbH 9 10 11 30 40 L...
Page 65: ...65 02 01 2013...
Page 66: ...66 02 01 2013...
Page 67: ...67 02 01 2013 NOTES...
Page 68: ...68 02 01 2013...