145
c) "Bewegingsdetectie"-functie
In deze functie kan de gevoeligheid voor bewegingsdetectie in 3 stappen worden ingesteld. De monitor/DVR kan de
opname starten als er een verandering in het controlegebied plaatsvindt, bijv. wanneer een persoon of een auto zich
binnen het detectiebereik van de cameralens beweegt.
De bewegingsdetectie is gebaseerd op de detectie van verschillen in het videobeeld. Als de draadloze
camera bijvoorbeeld op bomen of struiken is gericht, kan de beweging van bladeren of takken ook een
opname triggeren.
Als u ondanks een lage gevoeligheid vaak opnamefouten ondervindt, dan moet u de camera opnieuw
positioneren of op een andere plaats monteren.
Ga als volgt te werk:
•
Druk kort op de "MENU"-toets (3, 31) op de monitor/DVR of op de IR-afstandsbediening, nu wordt het hoofdmenu
weergegeven.
•
Gebruik de " "- of " "-toets om het submenu van de "Opname-instellingen" te selecteren en druk vervolgens
kort op de "
"-toets(6, 34).
•
Gebruik de " "- of " "-toets om de "Bewegingsdetectie"-functie te selecteren en druk vervolgens kort op de
"
"-toets (6, 34).
•
Druk in het volgende menu nogmaals kort op de "
"-toets (6, 34).
•
Met de " "- of " "-toets kan nu één van de vier kanalen ("Camera 1", "Camera 2", "Camera 3" of "Camera 4")
worden geselecteerd.
•
Pas de gewenste gevoeligheid aan met de " "- of " "-toets.
- "Laag" = lage gevoeligheid
- "Medium" = gemiddelde gevoeligheid
- "Hoog" = hoge gevoeligheid
•
Bevestig de instelling door kort op de "
"-toets (6, 34) te drukken.
De monitor/DVR keert dan terug naar het vorige menu. Als de gevoeligheid voor een ander kanaal moet
worden ingesteld, ga dan te werk zoals hierboven beschreven.
•
Om een menuniveau terug te gaan of het OSD-menu te verlaten, drukt u kort op de "MENU"-toets (3, 31) op de
monitor/DVR of op de IR-afstandsbediening (het kan nodig zijn om meerdere keren op de knop te drukken).
Summary of Contents for 2274368
Page 154: ...154 ...
Page 155: ...155 ...