136
MV-1238-1239-5-2018 . © Alle rechten voorbehouden Swim & Fun Scandinavia ApS
NL
Voor een optimale werking, moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
• Goede ventilatie
• stabiele en betrouwbare stroomvoorziening
• goede watercirculatie (filtersysteem)
In tegenstelling tot gaskachels leidt het gebruik van de warmtepomp niet tot milieuvervuiling of in-
stallatieproblemen bij blootstelling aan wind.
4.1. Locatie van de warmtepomp
De warmtepomp moet niet worden geïnstal-
leerd in een gebied met beperkte ventila-
tie, of in een struik worden gezet, waar de
luchtinlaat wordt geblokkeerd. Een dergelijke
locatie zou de continue aanvoer van verse
lucht voorkomen. Gevallen bladeren kunnen
worden meegezogen in de warmtepomp en
van invloed zijn op zowel de efficiëntie van de
warmtepomp als de levensduur verkorten.
Zorg ervoor dat de circulatiepomp van het
zwembad aanzienlijk lager wordt geplaatst
dan de waterlijn, zodat er een goede door-
stroming naar de warmtepomp wordt gecre-
eerd. De circulatiepomp moet bij voorkeur op
niveau van de zwembadbodem staan. Fig. 1
toont de vereiste minimale afstand aan elke
zijde van de warmtepomp.
De warmtepomp moet worden geïnstal-
leerd met minder dan 7,5 meter afstand
tot de zijkant van het zwembad.
4.2. Andere instructies
Voor de beste warmtewisseling van de warmtepomp moet de waterstroom voldoen aan de aanbe-
velingen in de specificaties.
Het kan nodig zijn om de uitlaatleiding te vergroten om bevriezing in het koude jaargetijde te voorkomen.
Wij raden aan om een bypass kit (Art. 1017) voor de waterin- en uitgang te monteren, zodat de flow
door de warmtepomp gemakkelijk kan worden onderbroken. Dat vergemakkelijkt ook de algemene
hantering en het onderhoud.
Belangrijk
Wanneer de warmtepomp in werking is, wordt er condenswater van de bodem weg-
geleid. Het condenswater moet weg kunnen lopen. Daarom moet er een afsluiter met
slang of een afvoerpomp (accessoire) worden gemonteerd wanneer de warmtepomp
ondergedompeld is.
Fig. 1