17
8. Ombouw en herstel
Indien u het spuitpatroon nog meer wenst te veranderen dan wat reeds werd beschreven, dient u het spuitpistool te
laten ombouwen. De combinatie van luchtkop, materiaalsproeikop en naald die bij het te spuiten materiaal past, vormt
een op elkaar afgestemde eenheid - de sproeikopinzet. Verwissel steeds de volledige inzet. Zo blijft de gewenste kwa-
liteit van het spuitpatroon behouden.
LET OP:
Onderbreek telkens de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool voor u het pistool ombouwt.
Anders kan u zich kwetsen.
OPMERKING:
Om de hiernavolgende stappen uit te voeren, maakt u het best gebruik van de explosietekening op het
einde van deze handleiding.
8.1. De materiaalsproeikop en de luchtkop vervangen
1. Schroef de dopmoer, pos. 1, af.
2. Neem de luchtkop, pos. 2, af.
3. Schroef de materiaalsproeikop, pos. 3, met een sleutel SW 13 uit de pistoolbody.
4. Neem de dichting, pos. 4, van de materiaalsproeikop af.
De montage van de nieuwe sproeikopinzet alsook van de overige onderdelen gebeurt in omgekeerde volgorde.
8.2. De materiaalnaald vervangen
1. Schroef de stelschroef, pos. 18, af.
2. Neem de veer, pos. 17, weg.
3. Trek de materiaalnaald, pos. 16, uit de pistoolbody.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde. De voorlucht hoeft niet te worden ingesteld.
8.3. Een lekke naaldpakking vervangen
Bij pakkingsteunen met bevestigingsschroef:
1. Neem de materiaalnaald weg als beschreven in 8.2.
2. Verwijder de bevestigingsschroef, pos. 32.
3. Verwijder de pakkingsteun, pos. 33, volledig met de O-ring, pos. 34.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
OPMERKING:
De naaldpakking die u uit het voorzetstuk van het pistool hebt verwijderd, mag u niet opnieuw gebru-
iken. Anders is er geen veilige dichting meer gewaarborgd.
OPMERKING:
Alle bewegende en glijdende onderdelen dient u voor de montage in de pistoolbody in te vetten. Dit vet
mag noch zuur, noch hars bevatten.