–
Bij apparaten met vastgestelde transportstand
(mesbalk tegen de steel geklapt): het apparaat
nooit in de transportstand gebruiken
–
Geen wijzigingen aan de bedieningselemen‐
ten en de veiligheidsinrichtingen aanbrengen
–
De handgrepen moeten schoon en droog, vrij
van olie en vuil zijn – belangrijk voor een vei‐
lige bediening van het motorapparaat
–
De draagriem en de handgrepen aan de hand
van de lichaamslengte instellen. Zie hoofdstuk
"Draagstel omdoen"
Het motorapparaat mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op ongeluk‐
ken!
Voor noodgevallen bij gebruik van draagriemen:
het snel loskoppelen en neerzetten van het
apparaat oefenen. Tijdens het oefenen het appa‐
raat niet op de grond gooien, om beschadigingen
te voorkomen.
Kans op stroomschokken verkleinen door:
–
Elektrische aansluiting alleen op de volgens
voorschrift geïnstalleerde contactdoos
–
De gebruikte verlengkabel moet voldoen aan
de voorschriften voor het betreffende gebruik
–
Isolatie van de aansluit- en verlengkabel, stek‐
ker en koppeling in goede staat
2.4
Apparaat vasthouden en bedie‐
nen
Het motorapparaat altijd met beide handen op de
handgrepen vasthouden.
277BA020 KN
Rechterhand op de bedieningshandgreep, linker‐
hand op de beugelhandgreep op de steel – geldt
ook voor linkshandigen. De handgrepen stevig
met de duimen omklemmen.
Een stabiele houding aannemen en het motorap‐
paraat zo vasthouden, dat de messen altijd van
het lichaam af zijn gericht.
Afhankelijk van de uitvoering kan het apparaat
aan een riem worden gedragen die het gewicht
van de machine draagt.
2.5
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in noodgevallen het
apparaat direct uitschakelen – de schakelaar en
de inschakelblokkering loslaten.
Afstand houden ten opzichte van
stroom geleidende kabels – levensge‐
vaar door stroomschok!
5m (17ft)
Binnen een straal van 5 m mogen zich geen
andere personen bevinden – kans op letsel door
de bewegende messen en de vallende takken!
Deze afstand ook ten opzichte van andere objec‐
ten (auto's, ruiten) aanhouden – kans op materi‐
ele schade!
Op de messen letten – geen stuk van de heg
knippen dat niet binnen het gezichtsveld ligt.
Uiterst voorzichtig te werk gaan bij het knippen
van hoge heggen; er zou zich iemand achter
kunnen bevinden – eerst controleren.
Niet bij regen en ook niet in een natte
of zeer vochtige omgeving met het
motorapparaat werken – de elektro‐
motor is niet waterdicht – kans op
elektrische schokken en kortsluiting!
Het apparaat niet in de regen achterlaten.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op hellingen,
in oneffen terrein enz. – kans op uitglijden!
Afgeknipte takjes, heesters en struikgewas oprui‐
men.
Op obstakels letten: boomstronken, wortels –
struikelgevaar!
Altijd voor een stabiele en veilige houding zor‐
gen.
2.5.1
Bij werkzaamheden die niet vanaf de
grond kunnen worden uitgevoerd:
–
Altijd een hoogwerker gebruiken
–
Nooit staande op een ladder werken
–
Nooit op onstabiele plaatsen werken
–
Nooit met één hand werken
Nederlands
2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
76
0458-277-9621-B