BEDIENING
V¼êĉêÖêĉÖ©Ŷ¼ļſĒļÖêĉÖ¼ĉĒĉ®¼ļäĒş®
www.stiebel-eltron.com
CWM P | CWM U |
31
N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
P1: Offset kamertemperatuur
Een ongelijkmatige temperatuurverdeling in de ruimte kan tot een
verschil leiden tussen de weergegeven actuele temperatuurI1 en
de door u gemeten kamertemperatuur. Om dit verschil te com-
penseren, kunt u met parameterP1 een kamertemperatuur-offset
van ±3°C instellen.
Voorbeeld: Het toestel geeft I1=21,0°C aan. De door u gemeten
kamertemperatuur bedraagt 20,0°C. Er is een verschil van 1,0°C.
f
Om het verschil te compenseren, stelt u een offset van
P1=-1,0 in.
P2: Tijdnotatie
Met parameterP2 kunt u definiëren of de tijd wordt weergegeven
in 12-uur- of 24-uur-notatie.
P3: Eenheid temperatuurweergave
Met parameterP3 kunt u bepalen of de kamertemperatuur wordt
weergegeven in graden Celsius [°C] of in graden Fahrenheit [°F].
P4: Klokprogramma's resetten
Door parameterP4 te activeren, zet u alle klokprogramma's weer
in de leveringstoestand.
P5: Relatieve verwarmingsduur resetten
Door parameterP5 te activeren, zet u de teller voor de relatieve
verwarmingsduur (I2) terug.
6. Reiniging, verzorging en onderhoud
Het toestel bevat geen onderdelen die door de gebruiker moeten
worden onderhouden.
Materiële schade
- Spuit geen reinigingsspray in de luchtspleten.
- Let erop dat er geen vocht binnendringt in het toestel.
- Als er een lichte, bruinachtige verkleuring optreedt op de
behuizing van het toestel, veegt u deze af met een vochtige
doek.
- Reinig het toestel in afgekoelde toestand met gebruikelij-
ke onderhoudsmiddelen. Vermijd schurende en bijtende
onderhoudsmiddelen.
Info
Het is aan te bevelen tijdens regelmatige onderhouds-
beurten ook de controle- en regelinrichtingen te laten
controleren.
f
Laat de veiligheids-, controle- en regelinrichtingen
uiterlijk 10jaar na de eerste ingebruikname contro-
leren door een installateur.
7. Problemen verhelpen
Probleem
HĒļſ||÷
Oplossing
De ruimte wordt niet
warm genoeg. Het
toestel wordt niet
warm.
De temperatuur is te laag
ingesteld op het toestel.
Controleer de ingestelde
kamertemperatuur. Regel
evt. bij.
Probleem met de voe-
ding.
Controleer de stand van de
netschakelaar, de aardlek-
schakelaar en de zekering
van de huisinstallatie.
De ruimte wordt niet
warm genoeg hoewel
het toestel warm
wordt.
Oververhitting. De
veiligheidstemperatuur-
begrenzer begrenst het
verwarmingsvermogen.
Verhelp de oorzaak (vuil of
hindernissen bij de luchtaan-
voer of luchtafvoer). Let op
de minimumafstanden!
De warmtebehoefte van
de ruimte is groter dan
het vermogen van het
toestel.
Verhelp de warmteverliezen
(sluit vensters en deuren.
Vermijd tocht.)
De ruimte wordt te
warm.
De temperatuur is te
hoog ingesteld op het
toestel.
Controleer de ingestelde
kamertemperatuur. Regel
evt. bij.
De vastgestelde kamer-
temperatuur wijkt af van
de effectieve kamertem-
peratuur.
Vermijd hindernissen voor de
luchtuitwisseling tussen het
toestel en de kamerlucht.
De venster-open-her-
kenning reageert
niet.
Het toestel herkent geen
duidelijke temperatuur-
daling tijdens ventileren.
(De venster-open-her-
kenning gaat uit van een
stabiele kamertempe-
ratuur.)
Wacht na instellingen op
het toestel een tijdje tot de
kamertemperatuur zich vol-
ledig gestabiliseerd heeft.
Vermijd hindernissen voor de
luchtuitwisseling tussen het
toestel en de kamerlucht.
Schakel het toestel voor
de duur van het ventileren
handmatig naar stand-by-
werking.
De venster-open-herken-
ning is niet geactiveerd.
Schakel de ven-
ster-open-herkenning in het
basismenu in.
De functie "Adaptieve
start" werkt niet
zoals gewenst.
De functie werkt alleen in
timerwerking.
Gebruik timerwerking voor
een geoptimaliseerd verwar-
mingscomfort.
De kamertemperatuur
schommelt sterk of het
leerproces van het toestel
is niet afgesloten.
Wacht enkele dagen tot het
gedrag zich gestabiliseerd
heeft.
De functie "Adaptieve
start" is niet geactiveerd.
Schakel de functie "Adaptieve
start" in het basismenu in.
Het toestel bevindt
zich in het pro-
gramma "FP" maar
reageert niet op de
externe ingang.
Wanneer het toestel geen
signaal op de externe in-
gang herkent, verwarmt
het in comfortwerking.
Controleer het externe
besturingstoestel en diens
instellingen. De bedrading
moet correct en juist gepola-
riseerd uitgevoerd zijn.
Op het display ver-
schijnt "Err" of "E...".
Er werd een interne fout
vastgesteld.
Informeer de installateur.
Waarschuw de installateur als u de oorzaak zelf niet kunt verhel-
pen. Hij kan u sneller en beter helpen als u hem het nummer op
het typeplaatje doorgeeft (000000-0000-000000).