STEINEL PROFESSIONAL IR Micro, Information

Page: 14 / 82

- 27 - - 26 -
NL
1. Over dit document
Zorgvuldig doorlezen en bewaren a.u.b.!
– Rechten uit het auteursrecht voorbehouden. Vermenigvuldiging, ook van
delen van deze handleiding, is alleen met onze toestemming geoorloofd.
– Wijzigingen in het kader van de technische vooruitgang voorbehouden.
Toelichting van de symbolen
!
Waarschuwing voor gevaar!
...
Verwijzing naar tekstpassages in het document.
2. Algemene veiligheidsvoorschriften
• Voordat werkzaamheden aan het apparaat worden uitgevoerd, dient eerst de
spanningstoevoer te worden onderbroken!
• Bij de montage moet de elektrische leiding die u wilt aansluiten zonder span-
ning zijn. Daarom eerst de stroom uitschakelen en op spanningsloosheid
testen met een spanningstester.
• Bij de installatie van de sensor wordt met netspanning gewerkt. Dit moet
vakkundig en volgens de gebruikelijke installatievoorschriften en aansluitings-
voorwaarden worden uitgevoerd. (bijv. DE: VDE 0100, AT: ÖVE / ÖNORM
E8001-1, CH: SEV 1000)
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
• Reparaties mogen uitsluitend door een gespecialiseerd bedrijf worden
uitgevoerd.
3. IR Micro
Gebruik volgens de voorschriften
– Aanwezigheidsmelder alleen geschikt voor plafondmontage binnenshuis.
De sensor wordt m.b.v. een DALI-bus gekoppeld aan het besturingsapparaat.
De sensor gebruikt de DALI-kabel voor de communicatie en voor de stroom-
voorziening.
Bij de levering inbegrepen (afb. 1)
Productafmetingen (afb. 2)
Overzicht lamp (afb. 3)
A
Inbouwraam
B Steekverbinding
C Sensorhuis met lens
D Designplaat
4. Montage/installatie
• Stroomtoevoer uitschakelen (afb. 4)
Een bijpassende klem-plafondadapter en een frame voor montage op een
installatiedoos zijn inbegrepen (afb. 5) .
– Aansluitschema
(afb. 6)
Voor de aansluiting van de sensorschakelaar geldt: volgens VDE 0100520 punt
6 mag voor de bekabeling tussen sensor en DALI Application Controller een
meervoudige leiding worden gebruikt, die zowel de netspanningskabels als de
regelkabels bevat (bijv. NYM 5 × 1,5 mm²).
De kabellengte tussen DALI Application Controller en sensor mag niet groter zijn
dan 300 m (bij 1,5 mm 2 ). Na de installatie en het inschakelen begint de sensor
10 seconden te knipperen.
Aansluiting van de stroomtoevoer (afb. 6)
Opmerking voor een parallelle schakeling:
In een DALI-2-systeem kunnen meerdere sensoren worden aangesloten. Daarbij
moet rekening worden gehouden met het maximale aantal DALI-deelnemers
(
➜
'10. Technische gegevens' ).