Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u
steeds een overzicht hebt van de bedie-
ningselementen en de aansluitingen.
1 Overzicht van de bedieningsele-
menten en aansluitingen
1 Antenne
2 Volumeregelaar
3 Contacten om de aangebrachte accu’s op
te laden via het als toebehoren verkrijg-
bare laadstation ATS-10PS
4 Alleen bij model ATS-10TM:
geïntegreerde microfoon
5 Schroefdraadmof om de antenne vast te
schroeven [zie positie (1), fig. 1]
6 3,5 mm-monojack
– bij model ATS-10TM:
voor aansluiting van de bijgeleverde
dasspeldmicrofoon
– bij model ATS-10TL:
voor aansluiting van audioapparatuur
met lijnuitgangsniveau (b. v. cassette-
recorder, minidisk-recorder)
7 Schuifschakelaar om in/uit te schakelen
Schakelaar in de linker stand (ON)
Apparaat ingeschakeld en bedrijfsklaar
Schakelaar in de middelste stand
(STAND BY)
Het apparaat bevindt zich in stand by-
modus, d.w.z. het is ingeschakeld,
maar er wordt geen audiosignaal uit-
gezonden
Schakelaar in de linker stand (OFF)
Het apparaat is uitgeschakeld
8 LED-statusweergave
a normale werking: Na het inschakelen
knippert de LED kort in het rood en
licht ze daarna continu groen op. Na
het uitschakelen licht de LED kort rood
op en gaat ze vervolgens volledig uit.
b wanneer de accu’s/batterijen bijna leeg
zijn: Wanneer de LED continu rood op-
licht, dan zijn de accu’s resp. batterijen
bijna leeg.
9 Draaischakelaar voor selectie van het
transmissiekanaal (16 schakelaarinstellin-
gen)
10 Riemclip
11 Deksel van het batterijvakje
2 Belangrijke gebruiksvoorschriften
Het apparaat is in overeenstemming met alle
vereiste EU-Richtlijnen en is daarom geken-
merkt met
.
●
Het apparaat is enkel geschikt voor ge-
bruik binnenshuis. Vermijd uitzonderlijk
warme plaatsen en plaatsen met een hoge
vochtigheid (toegestaan omgevingstempe-
ratuurbereik: 0 – 40 °C).
●
Verwijder het stof met een droge, zachte
doek. Gebruik zeker geen chemicaliën of
water.
●
Plaats uitsluitend twee accu’s resp. batte-
rijen van hetzelfde type in het apparaat.
●
Indien u het toestel voor een langere peri-
ode (b.v. langer dan een week) niet ge-
bruikt, dient u de batterijen eruit te nemen.
Zo blijft het apparaat onbeschadigd bij
eventueel uitlopen van de accu’s/batte-
rijen.
●
In geval van ongeoorloofd of verkeerd
gebruik, verkeerde aansluiting, foutieve
bediening of van herstelling door een niet-
gekwalificeerd persoon vervalt de garantie
en de verantwoordelijkheid voor hieruit
resulterende materiële of lichamelijke
schade.
Wanneer het apparaat definitief uit bedrijf
wordt genomen, bezorg het dan voor ver-
werking aan een plaatselijk recyclage-
bedrijf.
Geef lege of defecte batterijen resp. accu’s niet met
het gewone huisvuil mee, maar verwijder ze als KGA
(bijvoorbeeld de inzamelbox in de gespecialiseerde
elektrozaak).
16
NL
B