5
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
De UP-D23MD is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de
gebruiker van de UP-D23MD dient zeker te stellen dat het product in een dergelijke omgeving gebruikt wordt.
Immuniteitstest
IEC 60601
testniveau
Conformiteits-
niveau
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
Geleide RF
IEC 61000-4-6
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
3 Vrms
150 kHz tot
80 MHz
3 V/m
80 MHz tot
2,5 GHz
3 Vrms
3 V/m
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur dient
niet dichter bij enig onderdeel van de UP-D23MD, inclusief
de kabels, te worden gebruikt dan de aanbevolen
scheidingsafstand, die berekend wordt via de vergelijking die
van toepassing is op de frequentie van de zender.
Aanbevolen scheidingsafstand
d
= 1,2
√
P
d
= 1,2
√
P
80 MHz tot 800 MHz
d
= 2,3
√
P
800 MHz tot 2,5 GHz
Waarbij
P
het nominale maximale uitvoervermogen van de
zender in Watt (W) is volgens de specificaties van de
fabrikant van de zender en
d
de aanbevolen
scheidingsafstand in meter (m).
Veldsterktes van vaste RF-zenders, als die vastgesteld zijn in
een elektromagnetische onderzoek ter plaatse,
a
dienen
lager te zijn dan het conformiteitsniveau van ieder
frequentiebereik.
b
Interferentie kan optreden in de nabijheid van apparatuur die
gemerkt is met het volgende symbool:
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hoogste frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische propagatie wordt
beïnvloed door absorptie en reflectie van bouwwerken, objecten en mensen.
a Veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations voor (draagbare/draadloze) telefoons en mobiele zenders over land,
amateurzenders, AM- en FM-radiozenders en TV-zenders kunnen theoretisch niet nauwkeurig voorspeld worden. Om de
elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-zenders te beoordelen, dient een elektromagnetisch onderzoek ter
plaatse overwogen te worden. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waarop de UP-D23MD wordt gebruikt het van
toepassing zijnde RF-conformiteitsniveau overschrijdt, dient gecontroleerd te worden of de UP-D23MD normaal werkt. Als
een abnormale werking wordt waargenomen, kunnen extra maatregelen noodzakelijk zijn, zoals het opnieuw richten of
plaatsen van de UP-D23MD.
b Boven het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz dienen veldsterktes minder dan 3 V/m te zijn.