SITRANS P310 met HART
A5E35075329-01, 05/2015
229
5.4.4
Inbedrijfstelling bij damp
①
Drukmeetomvormer
⑦
Afvoerventielen
②
Compensatieafsluiter
⑧
Compensatiereservoirs
③
,
④
Werkdrukafsluiters
⑨
Werkdrukgever/meetschijf
⑤
Werkdrukleidingen
⑩
Isolatie
⑥
Afsluiters
Beeld 5-2
Meten van damp
Voorwaarde
Alle afsluiters zijn gesloten.
Procedure
WAARSCHUWING
Hete damp
Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat
Indien bij gelijktijdig geopende afsluitventielen
⑥
en werkdrukafsluiter
③
de compensatieafsluiter
②
geopend wordt, kan
de drukmeetomvormer
①
door spuitende stoom beschadigd worden.
•
Volg voor inbedrijfstelling de beschreven stappen van de werkwijze op.
WAARSCHUWING
Hete damp
Gevaar voor letsel.
Voor het reinigen van de leiding kunt u de aflaatventielen
⑦
kort openen, zodat hete damp kan ontsnappen.
•
Aflaatventielen
⑦
maar kort openen voordat damp ontsnapt.
Om de drukmeetomvormer bij stoom in werking te nemen, gaat u als volgt te werk:
1.
Open beide afsluiters
⑥
op de drukmeetstompen.
2.
Open de compensatieafsluiter
②
.