background image

33

Oorzaken van schade

Kookplaat
Attentie!

Gebruik de kookzones alleen als er een pan op staat. Verhit 

geen lege pannen. De panbodem raakt hierdoor beschadigd.

Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem.

Zet de pan midden boven de brander. Daardoor wordt de 

warmte van de brandervlam optimaal aan de panbodem 

doorgegeven. Handvatten of stelen worden niet beschadigd, 

en er wordt een hogere energiebesparing gerealiseerd.

Let erop dat de gasbranders schoon en droog zijn. Het 

branderdeksel moet altijd exact op de branderkelk liggen.

Let erop dat de bovenste afdekking niet gesloten is als het 

fornuis in bedrijf genomen wordt.

Schade aan de oven

Attentie!

Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de 

binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de 

binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type 

dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen 

vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer 

een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er 

ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en 

braadtijden kloppen niet meer en het email wordt 

beschadigd.

Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete 

binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de 

verandering van temperatuur kan schade aan het email 

ontstaan.

Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen 

langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email 

raakt dan beschadigd.

Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet 

te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat 

druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden 

verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.

Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen 

laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de 

deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van 

aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.

Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild, 

dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed. 

De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden 

beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.

Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen: 

niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan 

hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur 

plaatsen.

Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel 

kunnen de toebehoren krassen geven op de deur. 

Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.

Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep 

vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het 

gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.

Schade aan de schuiflade

Attentie!

Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan 

beschadigd raken.

Opstelling, gas- en elektrische aansluiting

Gasaansluiting

De installatie mag uitsluitend door een erkende installateur of 

een door de importeur erkende servicemonteur worden 

uitgevoerd volgens de "Instructie voor het aansluiten van het 

gas en het wijzigen van de gassoort".

Voor de door de importeur erkende installateur of 

servicedienst
Attentie!

De instellingsvoorwaarden voor dit apparaat staan op het 

typeplaatje op de achterzijde van het apparaat aangegeven. 

De door de fabriek ingestelde gassoort is met een ster (*) 

gemarkeerd.

Controleer voor de opstelling van het apparaat de 

distributievoorwaarden (gassoort en gasdruk) en verzeker u 

ervan dat de gasinstelling van het apparaat hierop is 

ingesteld. Indien de instellingen van het apparaat gewijzigd 

moeten worden, raadpleeg dan de instructies in het 

hoofdstuk "Instructie voor het aansluiten van het gas en het 

wijzigen van de gassoort".

Dit apparaat is niet op een verbrandingsgasafvoer 

aangesloten. Het apparaat moet in overeenstemming met de 

installatievoorschriften aangesloten en in gebruik genomen 

worden. Sluit het apparaat niet op een verbrandingsgasafvoer 

aan. Alle ventilatievoorschriften moeten in acht genomen 

worden.

De gasaansluiting moet via een vaste, niet-flexibele 

aansluiting (gasleiding) of via een veiligheidsslang worden 

gerealiseerd.

Indien een veiligheidsslang wordt gebruikt, moet er beslist op 

gelet worden dat de slang niet vastgeklemd of geknikt wordt. 

De slang mag niet met hete oppervlakken in aanraking 

komen.

De gasleiding (gasleiding of veiligheidsslang) kan zowel aan 

de linker- als aan de rechterzijde van het apparaat worden 

aangesloten. De aansluiting moet over een gemakkelijk 

toegankelijke afsluitingsvoorziening beschikken.

Storingen aan de gasinstallatie/ gaslucht

Wanneer u merkt dat het naar gas ruikt of storingen aan de 

gasinstallatie vaststelt, dient u het volgende te doen.

direct de gastoevoer of het ventiel van de gasfles sluiten

direct open vuur en sigaretten doven

elektrische apparaten uitschakelen 

­

 ook lampen

ramen openen en de ruimte goed luchten

telefonisch contact opnemen met de klantenservice of de 

elektriciteitsmaatschappij.

Summary of Contents for HR745.25N

Page 1: ......

Page 2: ......

Page 3: ......

Page 4: ......

Page 5: ......

Page 6: ......

Page 7: ......

Page 8: ......

Page 9: ......

Page 10: ......

Page 11: ......

Page 12: ......

Page 13: ......

Page 14: ......

Page 15: ......

Page 16: ......

Page 17: ......

Page 18: ......

Page 19: ......

Page 20: ......

Page 21: ......

Page 22: ......

Page 23: ......

Page 24: ......

Page 25: ......

Page 26: ......

Page 27: ......

Page 28: ......

Page 29: ......

Page 30: ......

Page 31: ......

Page 32: ......

Page 33: ......

Page 34: ......

Page 35: ......

Page 36: ......

Page 37: ......

Page 38: ......

Page 39: ......

Page 40: ......

Page 41: ......

Page 42: ......

Page 43: ......

Page 44: ......

Page 45: ......

Page 46: ......

Page 47: ......

Page 48: ......

Page 49: ......

Page 50: ......

Page 51: ......

Page 52: ......

Page 53: ......

Page 54: ......

Page 55: ......

Page 56: ......

Reviews: