VISION 2
27
Uitgeademde lucht gaat via het
binnenmasker door de
uitademingsventielen in de atmosfeer.
RFF4000
kan worden gebruikt met
Powerpak
,
TORNADO
of
Proflow
onafhankelijke ademhalingssystemen
onder voorwaarde dat de juiste filter is
geïnstalleerd.
In zulke gevallen moet u er voor zorgen
dat deze handleiding gelezen wordt naast
de volgende publicaties:
Product Publicatie
Onderdeelnr.
Powerpak
Gebruikshandleiding 1065558
Filterhandleiding 1064883
Tornado
Gebruikshandleiding 1070613
Filterhandleiding 1070782
Proflow
Gebruikshandleiding 009741
Filterhandleiding 009752
Neem contact op met onze
Customer
Services
afdeling als u meer informatie
nodig hebt.
VISION 2
kan gemakkelijk gedemonteerd
worden voor reparaties en
onderhoudsbeurten. Alleen een
kruiskopschroevendraaier is nodig om de
bevestiging vooraan los te schroeven.
Servicewerken mogen alleen worden
uitgevoerd door hiertoe opgeleide en
bevoegde personen.
FILTERS
De volgende filters zijn beschikbaar voor
gebruik met
VISION 2
:
Code Filtertype Standaard
EC200R
A2
EN 14387 : 2004
EC201R
B2
EN 14387 : 2004
EC203R
K2
EN 14387 : 2004
EC213R
ABEK2
EN 14387 : 2004
EC219R
AX
EN 14387 : 2004
EC220R
A2 P3
EN 14387 : 2004
EC221R
B2 P3
EN 14387 : 2004
EC222R
E2 P3
EN 14387 : 2004
EC223R
K2 P3
EN 14387 : 2004
EC230R
A2 B2 E1 P3
EN 14387 : 2004
EC233R
ABEK2 P3
EN 14387 : 2004
EC238R
AE1Hg P3
EN 14387 : 2004
EC239R
AXP3
EN 14387 : 2004
EC251R
P3
EN 143 : 2000
DRAGEN
1.
Controleer of het gelaatsmasker, de
inademingsventielen en het
uitademingsventiel en het hoofdtuig
schoon en onbeschadigd zijn.
2.
Controleer of het/de aangebrachte
filter(s) niet verstopt, verzadigd of
vervallen is/zijn en geschikt is/zijn voor
alle mogelijke gevaren op de plaats van
gebruik. Vervang het/de filter(s) indien
nodig. Controleer of de filterpakking(en)
is/zijn aangebracht en in goede staat
is/zijn. Vervang ze indien nodig.
3.
Controleer of het
uitademingsventiel schoon is en in goede
staat verkeert. Controleer of de
ventielklep niet vervormd is.
4.
Hang het masker om uw nek met
de nekband, maak de hoofdbanden zo
wijd mogelijk en verwijder de
afdichting(en) van het filter. De pen van
de nekband kan in het gaatje bovenaan
de hoofdbanden gedrukt worden zodat
het gelaatsmasker rechtop blijft hangen
en het stof- en vuilvrij blijft wanneer het
masker niet in gebruik is.
5.
Houd de hoofdbanden vast met uw
duimen in de hoofdbanden. Doe uw kin in
het kinkapje en trek de hoofdbanden over
uw hoofd. Trek de banden van de
hoofdbanden zachtjes aan; eerst de
onderste banden, dan de middelste en
dan de bovenste. Er moet een goede
afdichting komen zonder dat de banden
te hard worden aangetrokken, want
hierdoor zou de afdichting van het
gelaatsmasker verwrongen kunnen
worden en ongemak veroorzaken.
6.
Controleer de afdichting van het
masker door de filteringang(en) met één
hand of met een filterdeksel af te sluiten
en in te ademen. Het masker moet tegen
uw gezicht aandrukken. Houd uw adem
10 seconden lang in en controleer dan of
de afdichting van het masker 10
seconden lang blijft zitten. Als de
afdichting niet goed is waardoor het
masker loslaat van uw gezicht, controleer
dan of het/de filter(s) goed zit(ten) en pas
het masker goed op uw gezicht. Voer de
test dan weer uit.