3 Bedrijf
NL Vloerslijpmachine DSM 250
33
Reinigings‐ en onderhoudswerkzaamheden mo
gen alleen door geïnstrueerd vakpersoneel wor
den uitgevoerd!
Onderhoudswerkzaamheden moeten volgens
de gebruiksaanwijzing worden uitgevoerd!
De machine mag niet met een hogedrukreiniger
worden gereinigd!
De machine mag niet in explosiegevaarlijke be
reiken en op ontvlambaar materiaal worden ge
bruikt!
Gevaar voor beschadiging door te groot zuigver
mogen!
De fabrikant adviseert dringend, uitsluitend
Afzuiginstallaties van het fabricaat
Schwamborn te gebruiken.
3 Bedrijf
Gevaar voor letsel door rondvliegende delen
tijdens slijpen!
Beschermende kleding en veiligheidsbril dragen!
Veiligheidsschoenen dragen!
Veiligheidshandschoenen dragen!
Zeer zorgvuldig en voorzichtig werken!
Gevaar voor letsel door geluidsontwikkeling tij
dens slijpen met de machine!
Emissiewaarde is hoger dan 85 dB (A).
Tijdens bedrijf van de machine moet gehoorbe
scherming worden gedragen!
Levensgevaar door hoge elektrische spanning!
Niet over de voedingskabel rijden. De voedings
kabel niet knikken en er niet aan trekken!
Gevaar voor letsel door stofontwikkeling tijdens
slijpen!
Op de machine moet een afzuiginstallatie wor
den aangesloten of water tijdens slijpen worden
teruggeleid!
Adembescherming dragen!
3.1 Machine in gebruik nemen
Veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2 in acht
nemen!
De eerste inbedrijfstelling van de machine mag
slechts door gekwalificeerd vakpersoneel wor
den uitgevoerd!
Voor inbedrijfstelling van de machine moet een
visuele controle van de machine worden uitge
voerd!
Hierbij moet in het bijzonder op beschadigde of
losse delen, op slijtage en niveaus worden gelet!
Het oppervlak dat wordt bewerkt en het ETX‐diamant
werktuig resp. de binding van het slijpmiddel moeten al
tijd op elkaar zijn afgestemd (sommige oppervlakken
moeten bijvoorbeeld nat worden geslepen).
1.
De oppervlakken die worden geslepen controle
ren op uitstekende voorwerpen en deze eventu
eel verwijderen.
2.
Klemschroef [15, fig. D] losmaken, geleidestang
[3, fig. D] op de desbetreffende werkpositie in
stellen en klemschroef weer vastschroeven.
3.
ETX‐diamantwerktuig op werking en toestand
controleren en eventueel door nieuw werktuig
vervangen (
!
hoofdstuk 5.2 ‐ pagina 35).
4.
Slijpschijf [22, fig. E] met de ingezette ETX‐dia
mantwerktuigen [23, fig. E] op de te slijpen op
pervlakken zetten.
5.
Rijwerk‐hoogte‐instelling [10, fig. B] draaien tot
de machine volgens de ingebouwde waterpas
[6, fig. B] waterpas is uitgelijnd.
6.
ofwel:
Voorbereiden voor standaard vloerslijpen
(
!
fig. K/L)
a.
Afdekking [7] op de glijplaat [28] schuiven.
b.
Zuigring [26] draaien, tot de afdekking op
de schermkap [14, fig. L links] vastklikt.
Summary of Contents for 713564
Page 3: ...3 Fig J 23 Fig G 24 27 23 Fig H 25 Fig J Fig K 26 14 28 Fig L 7 7 26 14 14 Fig M 12 4 ...
Page 47: ...47 ...
Page 48: ...48 ...
Page 49: ...49 ...
Page 50: ......