183
m
Veiligheidsinstructies voor duikcirkelzagen
Functie van de beschermkap:
a) Controleer voor elk gebruik of de beschermkap perfect
sluit. Gebruik de zaag niet als de beschermkap niet vrij
kan bewegen en niet onmiddellijk sluit. Klem of bind de
beschermkap nooit vast; daardoor is het zaagblad na-
melijk niet beschermd. Als de zaag onopzettelijk op de
grond valt, kan de beschermkap verbuigen. Zorg ervoor
dat de beschermkap vrij kan bewegen en in geen enkele
snijhoek of -diepte noch het zaagblad, noch andere on-
derdelen aanraakt.
b) Controleer de toestand en functie van de veer voor de
beschermkap. Onderhoud de zaag voor het gebruik als
de beschermkap en veer niet vlekkeloos werken. Door
beschadigde onderdelen, kleverige afzettingen of opge-
hoopte spaanders werkt de onderste beschermkap met
vertraging.
c) Beveilig bij een duiksnede die niet rechthoekig wordt
uitgevoerd de geleidingsplaat van de zaag tegen zijde-
lings verschuiven. Zijdelings verschuiven kan het zaag-
blad klemmen en een terugslag veroorzaken.
d) Plaats de zaag niet op de werkbank of op de grond
als de beschermkap het zaagblad niet bedekt. Een onbe-
schermd, nog draaiend zaagblad beweegt de zaag tegen
de snijrichting in en zaagt alles op zijn weg. Houd reke-
ning met de nalooptijd van de zaag.
INSTRUCTIES VOOR ALLE ZAGEN
• Zorg voor een juist gebruik van de stofopvanginrichting,
zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
• Draag een stofbeschermingsmasker.
• Gebruik alleen zaagbladen, die in deze gebruiksaanwi-
jzing worden aanbevolen.
• Draag altijd gehoorbescherming.
• Vervang de zaagbladen, zoals vermeld in deze gebru-
iksaanwijzing.
• De maximale snijdiepte bedraagt 30,5 mm.
Als de netaansluitkabel van de machine beschadigd is,
moet deze door de fabrikant, de klantenservice of een
gekwalificeerd persoon vervangen worden om gevaar te
vermijden.
OVERIGE SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
CIRKELZAGEN
Gebruik enkel aanbevolen zaagbladen, die aan EN 847-
1 voldoen.
Zaagbladen, die niet overeenstemmen met de gegevens
uit deze gebruiksaanwijzing, mogen niet gebruikt wor-
den. Zaagbladen mogen niet door zijdelingse druk op de
behuizing afgeremd worden.
Zorg ervoor dat het zaagblad vast gemonteerd is en in de
juiste richting draait.
m
Overige veiligheidsinstructies voor alle zagen
Oorzaken en vermijding van terugslag:
• Een terugslag is de plotselinge reactie door een vast-
zittend, klemmend of verkeerd gericht zaagblad, waar-
door de ongecontroleerde zaag opgetild wordt en zich
uit het werkstuk in de richting van de gebruiker be-
weegt.
• Als zaagsel in het zaagblad vastzit, blokkeert het zaag-
blad en slaat de motorkracht de zaag in de richting
van de gebruiker.
• Als het zaagblad in de zaagsnede verdraait of verkeerd
is geplaatst, kunnen de tanden van de rugzijde in het
oppervlak van het werkstuk haken, waardoor het zaag-
blad uit de snede komt en de zaag in de richting van
de gebruiker beweegt.
• Een terugslag is het gevolg van defecten of een ver-
keerd gebruik van de zaag. U kunt een terugslag ver-
hinderen door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals
hierna beschreven.
a) Houd de zaag met beide handen vast en breng uw ar-
men in een positie, waarin u de terugslagkracht kunt op-
vangen. Sta altijd aan de zijkant van het zaagblad, breng
het zaagblad nooit op één lijn met uw lichaam. Bij een
terugslag kan de cirkelzaag naar achteren springen, maar
kan de gebruiker door geschikte voorzorgsmaatregelen
de terugslagkracht opvangen.
b) Als het zaagblad klemt of u de werkzaamheden onder-
breekt, schakelt u de zaag uit en houdt u deze rustig in
het werkstuk, tot het zaagblad tot stilstand gekomen is.
Probeer nooit om de zaag uit het werkstuk te verwijde-
ren of achteruit te trekken zolang het zaagblad beweegt,
aangezien dat een terugslag kan veroorzaken. Zoek en
verhelp de oorzaak
voor het klemmen van het zaagblad.
c) Als u een zaag, die in het werkstuk zit, opnieuw wilt
starten, centreert u het zaagblad in de zaagsnede en
controleert u of de zaagtanden niet in het werkstuk vast-
haken. Als het zaagblad klemt, kan het uit het werkstuk
komen of een terugslag veroorzaken wanneer de zaag
opnieuw wordt gestart.
d) Ondersteun grote platen om het risico op een terugslag
door een klemmend zaagblad te beperken. Grote platen
kunnen door hun eigen gewicht doorbuigen. Platen moe-
ten aan beide zijden ondersteund worden: zowel in de
buurt van de zaagsnede als aan de kant.
e) Gebruik geen stompe of beschadigde zaagbladen.
Zaagbladen met stompe of verkeerd gerichte tanden ver-
oorzaken door een te nauwe zaagsnede een hogere wrij-
ving, een klemmend zaagblad en een terugslag.
f) Trek vóór het zagen de instellingen voor snijdiepte en
snijhoek vast aan. Als u tijdens het zagen de instellin-
gen verandert, kan het zaagblad gaan klemmen en een
terugslag veroorzaken.
g) Wees uiterst voorzichtig bij duiksneden in bestaande
wanden of andere, niet (goed) waarneembare oppervl-
akken. Het induikende zaagblad kan tijdens het zagen
in verborgen objecten blokkeren en een terugslag ver-
oorzaken.