nederlandse 31
Karakteristieke waarden van het geluid
De volgens EN 23746 voor het niveau van het geluids-
vermogen c.q. EN 31202 (correctiefactor k3 volgens
het aanhangsel A2 van EN 31204 berekend) voor de
geluidsdrukniveau op de werkplek gemeten geluids-
emissiewaarden bedragen op grond van de in ISO
7904 aanhangsel A vermelde werksomstandigheden:
Niveau van het geluidsvermogen in dB
Nullast L
WA
= 81,9 dB(A), bewerking L
WA
= 84,5 dB(A)
Geluidsdrukniveau op de werkplek in dB
Nullast L
pAeq
= 72,4 dB(A), bewerking L
pAeq
= 76,2 dB(A)
Voor de genoemde emissiewaarden geldt een
meetonzekerheidsfactor K = 4 dB.
Technische wijzigingen voorbehouden!
Legenda (Fig. 1.1)
1.
Vaste kop
2.
Stelplaat
3.
Materiaalsteun met excenterklemming en klem-
hendel
4.
Opname van de losse kop
5.
Klemhandgreep
6.
Losse kop
7.
Excenterklemhendel (aan de achterkant van de
losse kop)
8.
Draaibankbed
9.
Aan-/uitschakelaar
10.
Schakelaar draairichting
11.
Instelhendel voor aantal omwentelingen
12.
Klemhendel voor vaste kop
13.
Framepoten
14.
Voetplaten
15.
Opvangbak
m
Veiligheidswenken
In deze gebruiksaanwijzing hebben we de plaat-
sen, die met uw veiligheid te maken hebben, van
dit teken voorzien.
m
•
Geeft u deze veiligheidswenken aan alle personen
door, die aan de machine werken.
•
Alle veiligheidswenken en waarschuwingen op de
machine in acht nemen.
•
Alle veiligheidswenken en waarschuwingen op de
machine compleet en in leesbare toestand houden.
•
Aansluitleidingen voor het stroomnet controleren.
Geen defecte leidingen gebruiken.
•
Let u erop, dat de machine standvast op een vaste
ondergrond staat.
•
Let u tijdens het werken op: Verwondingsgevaar van
vingers, handen en ogen.
•
Houdt u kinderen uit de buurt van de op het stroom-
net aangesloten machine.
•
Tijdens het werken aan de machine moeten alle
veiligheidsinrichtingen en afdekkingen gemonteerd
zijn.
•
De bedienende persoon moet minstens 18 jaar oud
zijn. Per sonen in opleiding moeten minstens 16 jaar
oud zijn, maar mogen alleen onder toezicht aan de
machine werken.
•
De aan de machine werkende personen mogen niet
afgeleid worden.
•
Er mogen geen spaanders of houtafval op de bedie-
nings plaats van de machine liggen.
•
Nauwsluitende kleding dragen. Sieraden, ringen en
horlo ges afdoen.
•
Ter bescherming van lang haar een muts of haar-
netje opzetten.
•
Geen werkhandschoenen dragen.
•
Tijdens het werken een veiligheidsbril dragen.
•
Op de draairichting van de motor letten - zie electri-
sche aansluiting.
•
Veiligheidsinrichtingen aan de machine mogen niet
gedemonteerd of onbruikbaar gemaakt worden.
•
Ombouw-, instel-, meet- en reinigingswerkzaam-
heden alleen met uitgeschakelde motor uitvoeren.
Stekker uit het stopcontact trekken en wachten tot
het roterende gereedschap stilstaat.
•
Voor het verhelpen van storingen de machine uit-
schakelen. Stekker eruit trekken.
•
Aansluitingen en reparaties van de electrische
uitrus ting mogen alleen door de electrovakman wor-
den doorge voerd.
•
Alle beschermings- en veiligheidsinrichtingen moe-
ten na afloop van de reparatie en onderhoudswerk
-
zaamheden meteen weer gemonteerd worden.
•
Het support zo dicht mogelijk bij het werkstuk zet-
ten.
•
Bij werkstukken van hout mag de omtreksnelheid
max. 25 m/s bedragen. Tekening van de spil in acht
nemen!
•
Op draairichtung nan de spindel letten – zie omkeer-
schaakelaar.
•
Werkstukken voor het vastzetten tussen de cen-
treerpennen aan beide zijden van een centreer-
boorgat voorzien.
•
Grote werkstukken en werkstukken die niet in ba-
lans zijn, mogen alleen met een laag toerental be-
werkt worden en moeten eventueel van te voren
met de lintzaag bijgezaagd worden.
•
Voor het inschakelen van de machine moet gecon-
troleerd worden of het werkstuk goed vastgezet is.
•
Spansleutel of spanhuls vóór het inschakelen van
de machine eraf halen.
•
Draaiersgereedschap altijd met beide handen ge-
leiden.
•
Werkstukken met scheuren mogen niet gebruikt
worden.
•
Op de juiste instelling van het toerental van de ma-
chine letten.
•
Als u de werkplaats verlaat, de motor uitschakelen.
De stekker uit het stopcontact trekken.
•
Riemafdekking altijd sluiten.
•
Werkzaamheden met boorkoppen met 3 of 4 klauw-
platen mogen alleen met gemonteerde klauwplaat-
bescherming uitgevoerd worden.
•
Een uitlopend werkstuk nooit met de hand afrem-
men. Metingen nooit aan het draaiende werkstuk
verrichten.
•
Alleen met goed geslepen gereedschap werken.
•
Ook bij kleine verplaatsingen de machine van elke
stroomtoevoer van buitenaf scheiden! Voor het
weer in gebruik nemen de machine volgens de
voorschriften op het lichtnet aansluiten!
Summary of Contents for 1902301901
Page 2: ...Fig 2 Fig 1 2 A C D 3 1 4 5 15 9 14 13 10 11 2 Fig 1 1 12 6 8 7 ...
Page 3: ...Fig 3 Fig 4 Fig 5 Fig 6 Fig 7 Fig 8 Klemmgriff Rastbolzen ...
Page 4: ...Fig 11 Fig 9 Fig 10 Fig 12 L N PE L 0 R L1 Z2 L2 Z1 2 1 Motor Switch Fig 13 ...
Page 115: ...international 115 ...
Page 116: ...116 international ...
Page 117: ...international 117 ...
Page 118: ...118 international ...