53
Nederlands
☞
Fig.18
6
•
7
•
Fig.16A
Fig.17
1
•
5
•
4
•
3
•
2
•
☞
☞
OPMERKING:
Gebruik uitsluitend roerstaafjes die speciaal
geschikt zijn voor automaten en ga na dat zij
overeenstemmen met de afmetingen die op fig.
16A
vermeld worden. Ga na dat zij volledig vlak zijn en
geen gebreken vertonen waardoor het verstrekken
ervan belemmerd zou kunnen worden.
Controleer bovendien dat zij goed in de betreffende
koker zitten. Als er ook maar één roerstaafje verkeerd
zit dan kan de werking van de automaat hierdoor
geblokkeerd worden!
De bak met suiker bijvullen
- Haal de suikergeleider ref.
2
(fig.
17
) eruit door deze op te tillen en te draaien.
- Haal de suikerbak ref.
1
(fig.
17
) eruit door deze op te tillen en te draaien.
- Zet de bak ref.
1
(fig.
17
) op de daarvoor bestemde steunen van de lek-
bak ref.
3
(fig.
17
) en vul de bak bij waarbij u op moet passen dat u de
bak niet meer dan 2/3 van de inhoud vult.
OPMERKING:
Na het bijvullen moet u controleren of de
bekertjes, de roerstaafjes en de suiker op de
juiste manier verstrekt worden.
De bak met koffiebonen bijvullen
- Haal het deksel ref.
4
(fig.
17
) eraf en vul de bak.
Als u de bak eruit wilt halen, moet u eerst het “verplaatsbare schot” ref.
5
(fig.
17
) dichtdoen door dit schot naar buiten te trekken.
De bakken met instant-producten bijvullen
- Haal de bakken er één voor één uit en maak daarbij gebruik van de
speciale handgreep.
- Zet de bak op de daarvoor bestemde steunen van de lekbak ref.
6/7
(fig.
18
) en vul de bak.
OPMERKING:
Als u instant-producten gebruikt met een hoog
soortelijk gewicht (bijvoorbeeld thee of soep)
dan is het verstandig om de bak nooit meer
dan 2/3 van de inhoud te vullen.
- Het apparaat wordt geleverd met standaard geprogrammeerde doorlo-
opwaarden.
Deze programmering biedt de mogelijkheid de volgende instant-producten
te gebruiken:
bak
1
:
THEE
bak
2
:
MELK
bak
3
:
CHOCOLADEMELK
bak
4
:
SOEP
bak
5
:
CAFEÏNEVRIJE KOFFIE
bak
C
:
KOFFIEBONEN