20039735
12
NL
6.
DEFECTEN / OPLOSSINGEN
Hieronder vindt u een lijst met mogelijke defecten en oplossingen. Alle problemen geven aanleiding tot een
abnormale werking van de brander.
In de meeste gevallen gaat bij een probleem het lampje branden van de manuele herbewapeningsknop van
de controle- en bedieningsdoos (3, fig. 1, blz. 1).
Als dat lampje brandt, kan de brander opnieuw worden opgestart door een eenvoudige druk op de knop.
Is er een normale ontsteking dan kan deze onverwachte branderstop toegeschreven worden aan een occa-
sioneel probleem. Indien de brander daarentegen opnieuw in veiligheid gaat (vergrendelt), gelieve de hi-
eronder opgenomen tabel te raadplegen.
WAARSCHUWING
De fabrikant heeft geen contractuele en niet-contractuele aansprakelijkheid voor letsel aan personen of
dieren of schade aan zaken veroorzaakt door een verkeerde installatie en afstelling van de brander,
door een oneigenlijk, verkeerd en onredelijk gebruik ervan, door de niet inachtneming van de
gebruiksaanwijzing in de handleiding die bij de brander geleverd is en door de tussenkomst van
onbevoegd personeel.
DEFECTEN
MOGELIJKE OORZAKEN
OPLOSSINGEN
De brander ont-
steekt niet bij de slu-
iting van de
limietthermostaat.
Geen elektrische voeding
(Geen stroom).
Check de spanning aan het klemmen-
bord L1 - N van de 7-polige mannelijke
stekker.
Check de zekeringen.
Controleer of de veiligheidsthermostaat
niet vergrendeld is.
De fotocel wordt door een externe
lichtbron belicht.
De externe lichtbron verwijderen /
uitschakelen.
Thermostaat buiten gebruik.
Vervangen.
De aansluitingen van de controledoos
zijn niet correct.
Check alle aansluitingen.
De brander doorloopt
de fases van voorven-
tilatie en ontsteking
normaal maar gaat in
veiligheid (vergren-
delt) na ± 5 sec.
De fotocel is vuil.
Reinigen
De fotocel is beschadigd.
Vervangen.
Afhaken van de vlam.
Druk en debiet van de brandstof
checken.
Luchtdebiet checken.
Verstuiver vervangen.
Bobijn van het electromagneetventiel
checken.
De brander start maar
met een vertraagde
ontsteking.
Ontstekingselectroden slecht af-
gesteld.
Afstellen zoals opgegeven in de tech-
nische documentatie.
Te sterk luchtdebiet.
Afstellen zoals opgegeven in de tech-
nische documentatie.
Verstuiver vuil of beschadigd.
Vervangen.