20049136
2
NL
Veiligheid en preventie
2.1
Inleiding
Onvoorzichtig en onhandig gebruik van de gasstraat kan gevaar-
lijke situaties, en zelfs de dood, veroorzaken voor de gebruiker of
voor derden, evenals beschadigingen van de brander of andere
goederen. Afleiding, oppervlakkigheid en te groot vertrouwen zijn
vaak de oorzaak van ongevallen; en ook vermoeidheid en slape-
righeid kunnen ze veroorzaken.
Het valt aan te raden om met het volgende rekening te houden:
de gasstraat mag enkel gebruikt worden voor doeleinden
waarvoor deze uitdrukkelijk is voorzien. Elk ander gebruik
moet als oneigenlijk en dus als gevaarlijk beschouwd wor-
den.
Het is verboden om de gasstraat aan te passen om de pres-
taties en de doeleinden te wijzigen.
De gasstraat moet gebruikt worden in onberispelijke tech-
nisch veilige omstandigheden. Eventuele storingen die de
veiligheid negatief kunnen beïnvloeden moeten tijdig geëli-
mineerd worden.
Het is verboden om de onderdelen van de gasstraat te ope-
nen of te forceren, behalve de delen die voorzien zijn voor
het onderhoud.
Uitsluitend de delen die voorzien worden door de fabrikant
mogen vervangen worden.
2.2
Opleiding van het personeel
De gebruiker is de persoon, of de instelling of de maatschappij,
die de gasstraat aankocht en deze enkel gebruikt voor de aange-
duide doeleinden. Deze is aansprakelijk voor de gasstraat en
voor de opleiding van de personen die er mee zullen werken.
De gebruiker:
mag de gasstraat uitsluitend toevertrouwen aan gekwalifi-
ceerd en gepast opgeleid personeel;
zet zich in om zijn personeel op geschikte wijze in te lichten
over de toepassing en de inachtneming van de veiligheids-
voorschriften. Daarom zet hij zich in opdat elk personeelslid
de gebruiksaanwijzingen en de veiligheidsvoorschriften voor
zijn taak kent;
Het personeel moet alle gevaaraanduidingen en waarschu-
wende aanduidingen respecteren die op de gasstraat wor-
den gesignaleerd.
Het personeel mag niet uit eigen beweging werkzaamheden
of ingrepen uitvoeren die niet tot zijn taak behoren.
Het personeel is verplicht om zijn baas over elk probleem of
elke gevaarlijk situatie die zich zou voordoen in te lichten.
De montage van onderdelen van andere merken of even-
tuele wijzigingen kan de karakteristieken van de machine
wijzigen en bijgevolg de veiligheid tijdens bedrijf ervan nega-
tief beïnvloeden. De Fabrikant wijst daarom elke aansprake-
lijkheid af voor alle schade die zich voordoet als gevolg van
het gebruik van niet-originele onderdelen.
En ook:
2
Veiligheid en preventie
AANDACHT
De producent garandeert de veiligheid en de cor-
recte functionering enkel indien alle onderdelen
van de gasstraat intact en correct gepositioneerd
zijn.
dient alle noodzakelijke voorzorgsmaatrege-
len te treffen om te vermijden dat onbe-
voegde personen de gasstraat kunnen
bereiken;
dient de Fabrikant in te lichten wanneer hij
defecten of een slechte werking van de sys-
temen ter voorkoming van arbeidsongeval-
len vaststelt, en ook over elke vermoedelijk
gevaarlijke situatie
het personeel moet altijd de persoonlijke
beschermingsmiddelen gebruiken die voor-
zien worden door de wet, en de uitleg in deze
handleiding volgen.