Halogeenlichtprojector met bewegingsmelder
De verpakking bevat:
Halogeenlichtprojector met bewegingsmelder, 150 W
Bijpassende lamp
!
!
Lees voor de ingebruiksneming van dit product deze handleiding zorgvuldig door en controleer of het
product niet beschadigd is. Bij beschadigingen mag het product niet worden aangesloten. Zorg ervoor
dat het product niet in handen van kinderen of onbevoegde personen kan komen.
Na afloop van de gebruiksduur moet het product deskundig van afvalstoffen worden ontdaan.
Dit product is ontwikkeld en geproduceerd volgende de erkende regels van de techniek. U bent verplicht
het volgens de desbetreffende voorschriften te installeren of door een elektricien te laten installeren. De
instructies uit de handleiding moeten bij de installatie en het gebruik in acht worden genomen.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Werking van bewegingsmelder
Bewegingsmelders zijn elektrische in-/uitschakelaars. Via een lensoptiek worden warmtestralen
gedetecteerd. Als een warmtebron binnen het detectiebereik verandert of zich beweegt, wordt de
geïntegreerde halogeenlichtprojector gedurende een instelbare tijd ingeschakeld door de
bewegingsmelder. De inschakeltijd wordt vanaf het einde van de warmtebewegingen gestart.
Schakelingen van de bewegingsmelder kunnen zowel bij daglicht als bij duisternis plaatsvinden. De
helderheid, vanaf waar er moet worden geschakeld, kan met een instelregelaar traploos worden
vastgelegd.
Instelmogelijkheden
De inschakeltijd kan traploos worden ingesteld met de tijdregelaar (TIME) tussen ca. 5 sec. en ca. 8 min.
De helderheid (DAYLIGHT), vanaf waar het apparaat in- en uitschakelt, kan worden ingesteld tussen ca.
3 lux (donker) en ca. 1000 lux (licht).
Het detectiebereik bij halogeenlichtprojectors kan met 40° in horizontale en met 50° in verticale richting
worden gevarieerd
Montage
Instructie voor montageplaats:
De halogeenlichtprojector met bewegingsmelder moet vast op een wand worden gemonteerd. Trillingen
hebben binnen het detectiebereik hetzelfde effect als warmtebewegingen.
1. De geplande bewakingsruimte moet bereikbaar zijn voor de stralen van de bewegingsmelder (zie hiervoor
de beschrijvingen over het betectiebereik).
2. Het zicht op de bewakingsruimte mag niet worden belemmerd, omdat infraroodstralen geen vaste objecten
kunnen doordringen.
3. De halogeenlichtprojector met bewegingsmelder moet zo mogelijk worden beschermd tegen regen, sterke
wind en direct zonlicht.
4. Het detectiebereik moet zo klein mogelijk worden gehouden. Een groot gebied vergroot de kans op
verkeerde schakelingen. Het detectiebereik kan worden begrensd met behulp van ondoorzichtig materiaal
(bijv. plakband). Het detectiebereik moet dwars op de looprichting liggen (zie afbeelding L en M). Als er
over het gebied wordt gelopen, worden zo de meeste stralen gepasseerd.
+
-
DAYLIGHT
TIME
+
-
DAYLIGHT
TIME
NL