58
9. Bediening
Neem het apparaat pas in gebruik wanneer u zich met de functies en met deze gebruiksaanwij-
zing vertrouwd hebt gemaakt.
Controleer nog een keer of alle aansluitingen correct zijn.
(1) Toets POWER
Met deze toets wordt de tuner in- en uitgeschakeld.
(2) Scherm
Hier worden de zendfrequentie, zendernaam en andere informatie weergegeven.
(3) Knoppen „TUNING“
Druk op deze toetsen om de ontvangstfrequentie te wijzigen.
(4) Toets MEM
Deze toets dient om zenders op de stationstoetsen op te slaan.
(5) Toets AUTO
Deze toets schakelt om tussen automatisch en handmatig zenders zoeken.
(6) Toets BAND
Deze toets schakelt om tussen MW- en UKW-ontvangst.
(7) Knop ST/MONO
Deze toets schakelt om tussen stereo- en mono-ontvangst.