128
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
Verhelpen van storingen
Bij radiomodus worden nauwelijks zenders ontvangen:
• Antenne niet geheel uitgetrokken. Antenne geheel uittrekken.
• Antenneaansluiting is uit het apparaat losgeraakt. Apparaat uitbouwen en aansluiting controleren.
• Antenne defect. Aansluiting, aarding en antenne controleren.
Storingen bij radio- en USB-/geheugenkaartmodus:
• Storingen komen via de pluskabel in het apparaat terecht. Extra ontstoringsfilter in de pluskabel inbouwen.
• Auto evt. met extra ontstoringsstekkers, verdelervingers enz. ontstoren.
• Slechte massaverbinding. Massa-aansluiting controleren, eventueel ander massapunt gebruiken.
Bij het indrukken van de stationstoetsen hoort men slechts ruis:
• Geen zender geprogrammeerd. Zender zoals beschreven programmeren.
Het apparaat reageert niet meer toetscommando’s of geeft rare tekens weer op het display:
• Reset het apparaat met de toets RESET (11).
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vakman
worden uitgevoerd.
Afvalverwijdering
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor
afvalverwerking inleveren.