123
Bediening
• Toetsen
en
(2)
Deze toetsen dienen voor de keuze van de afzonderlijke nummers resp. voor het zoeken naar een bepaalde passage
binnen een track.
De pijlen op de toetsen geven de zoekrichting (vooruit resp. achteruit) aan.
Druk kort op de toetsen om naar de volgende of vorige track te springen.
Druk lang op de toetsen om binnen een track een bepaalde passage te zoeken. De weergave gebeurt in dit geval
versneld.
• Toetsen DIR
(18) en DIR
(19)
Deze toetsen dienen voor de selectie van de mappen op het opslagmedium.
Met DIR V (18) selecteert u de vorige map.
Met DIR
(19) selecteert u de volgende map.
Als er op het opslagmedium geen mappenstructuur is aangebracht, hebben deze toetsen geen functie.
• Toets
/
3
(13)
Druk op deze toets om het afspelen kort te onderbreken.
Door nogmaals te drukken, begint het afspelen weer op de plaats waar was gestopt.
• Toets SCN (14)
Druk op deze toets om iedere track ca. 10 seconden lang af te spelen.
Om deze functie weer uit te schakelen drukt u nog een keer op toets SCN (14).
De weergave wordt vanaf hier weer normaal uitgevoerd.
• Toets RPT (15)
Druk op deze toets om de titelherhaalfunctie te activeren.
De actuele titel wordt continu herhaald.
Als u deze functie weer wilt uitschakelen, drukt u nog een keer op toets RPT (13).