58
Een nieuw Bluetooth
®
-apparaat moet eerst met het product verbonden worden.
Het bereik in het vrije veld bedraagt max. 8 m.
Indien noodzakelijk voert u als wachtwoord “0000” in.
Als er al een verbinding bestaat, drukt u op de toets PAIR om de koppelingsmodus te activeren. De
bestaande verbinding wordt daarop onderbroken.
In het geval dat er binnen 2 minuten geen verbinding met een ander apparaat wordt gelegd, wordt de
daarvoor onderbroken verbinding weer hersteld.
De verbinding wordt onderbroken in het geval dat het bereik overschreden wordt.
Als u uw apparaat opnieuw wilt verbinden, plaats het dan binnen het verbindingsbereik.
Als er geen verbinding kan worden gemaakt, volg dan de voorgaande aanwijzingen.
Uw apparaat moet uitgerust zijn met A2DP (Advanced Audio Distribution Profile).
Als uw apparaat de standaard AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) ondersteunt, kunt u de
weergave daarvan met de afstandsbediening (11, 12) regelen.
g) NFC-modus
NFC staat voor Near Field Communication en betekent communicatie over korte afstand. Let wel: NFC werkt alleen
met dit product als uw mobiele apparaat ook met NFC is uitgerust.
• Kies op uw product “BT” als audiobron.
• Activeer de NFC van uw mobiele apparaat.
• Zet uw mobiele apparaat op het NFC-sensorbereik (4). Uw mobiele apparaat trilt of er verschijnt een melding op
het beeldscherm.
• Start de audioweergave van uw mobiele apparaat.
• Verwijder uw mobiele apparaat uit het NFC-sensorbereik.
Bij gegevensoverdracht via NFC moet de eventueel aanwezige beschermhoes van uw mobiele apparaat
verwijderd worden om een toereikende verbinding mogelijk te maken.