- 46 -
NL
Aanwijzingen voor de exploitant
De volgende aanwijzingen zijn bedoeld om u als
exploitant te helpen, de
Duomix
op een veilige manier
te gebruiken in uw laboratorium.
Instrueer het bedienend personeel aan de
hand van deze gebruikersinformatie om-
trent het toepassingsgebied, de mogelijke
gevaren bij het gebruik en de bediening van
het apparaat.
Houd deze gebruikersinformatie ter beschikking van
het bedienend personeel.
A. Toepassingsgebied
A.1 Reglementair gebruik
De
Duomix
dient uitsluitend voor het mengen en
uitpersen van 2-componenten afdrukmaterialen voor
tandheelkundig gebruik.
Met
Duomix
kunnen 5:1 patronen of buisfoliezakjes
in steunpatronen van de verschillende fabrikanten
worden verwerkt.
De veiligheids- en verwerkingsinstructies
van de materiaalfabrikanten dienen in acht
te worden genomen!
Het afdrukmateriaal dient volgens de gege-
vens van de fabrikant te worden verwerkt!
Voor het mengen kunnen dynamische mengkoppen
met zeskantaandrijving worden gebruikt.
Daarbij dienen uitsluitend de door de
materiaalfabrikanten voorgeschreven
mengkoppen te worden gebruikt.
A.2 Omgevingscondities voor
een veilig gebruik
Een veilig gebruik van het apparaat is gewaarborgd
onder de volgende omgevingscondities:
• Binnenshuis,
• Tot een hoogte van 2.000 m boven zeeniveau,
• Bij een omgevingstemperatuur van 15 - 40ºC
[59 - 104ºF] *),
• Bij een maximale relatieve luchtvochtigheid van
80% bij 31ºC [87,8ºF], lineair afnemend tot 50%
relatieve luchtvochtigheid bij 40ºC [104ºF] *),
• Bij netstroomvoeding, wanneer de spannings-
schommelingen niet groter zijn dan 10% van de
nominale waarde,
• Bij verontreinigingsgraad 2,
• Bij overspanningscategorie II,
*) Van 15 - 30ºC [59 - 86ºF] kan het apparaat bij een
luchtvochtigheid tot 80% worden ingezet. Bij temperaturen
van 31 - 40ºC [87,8 - 104ºF] moet de luchtvochtigheid
proportioneel afnemen, om te waarborgen dat het
apparaat kan worden gebruikt (bijv. bij 35ºC [95ºF] = 65%
luchtvochtigheid, bij 40ºC [104ºF] = 50% luchtvochtigheid).
Bij temperaturen boven 40ºC [104ºF] mag het apparaat niet
worden gebruikt.
Fout
Oorzaak
Oplossing
Apparaat vermindert uit
zichzelf de aanvoersnel-
heid.
• Apparaat herkent een hoogviskeus
afdrukmateriaal en vermindert auto-
matisch de aanvoersnelheid en het
mengtoerental.
• Verontreinigingen (bijv. afgesleten
materiaal) in de steunpatroon.
• Spillen onvoldoende gesmeerd.
• Treedt alleen op bij hoogviskeus of te koud afdrukmateri-
aal. Verwerkingsinstructies (verwerkingstemperatuur) van
de materiaalfabrikant in acht nemen.
• Binnenoppervlakken van steunpatroon en drukschotel
reinigen.
• Spillen smeren (speciaal vet!)
Mengkop springt.
• Verkeerde mengkop gebruikt.
• Combinatie mengkop / foliezakje niet
geschikt.
• Mengkop volgens de gegevens van de materiaalfabrikant
gebruiken.
• Contact opnemen met fabrikant van mengkop / foliez-
akjes.
Foliezakje springt, raakt
beschadigd.
• Drukschotels zijn te ver versleten of
beschadigd, zodat foliezakje inge-
klemd raakt tussen drukschotel en
patroon.
• Materiaal is gedeeltelijk uitgehard in
de patroon.
• Drukschotels vervangen (zie hfdst. 3.3).
• Patroon vervangen (zie hfdst. 2.2).
Aanvoer stopt plotseling en
er wordt een korte ontlas-
tingsslag uitgevoerd.
• Materiaal in mengkop is uitgehard.
• Nieuwe mengkop gebruiken.
Aanvoer stopt plotseling
en keert terug naar de
uitgangspositie.
• Besturing heeft een overbelasting
herkend.
• Materiaal in patroon is uitgehard.
• Spillen onvoldoende gesmeerd.
• Afdrukmateriaal te koud, verwerkingsinstructies van de
materiaalfabrikant in acht nemen.
• Nieuwe patroon gebruiken.
• Spillen smeren (speciaal vet!)
Summary of Contents for Duomix 276000-0000
Page 3: ...14 15 16 17 13 18 19...
Page 67: ...64 SV...