111
15. Verhelpen van storingen
Het modelvoertuig werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of
storingen optreden. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele manieren om eventuele storingen op
te lossen. Neem bovendien de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
Het model reageert niet of niet correct
•
Is de rijaccu van het voertuig of zijn de batterijen/accu's in de zender leeg? Vervang de rijaccu of batterijen/accu´s
door nieuwe.
•
Hebt u eerst de zender en aansluitend de rijregelaar ingeschakeld? Bij omgekeerde volgorde functioneert de rijre-
gelaar om veiligheidsredenen niet.
•
Is de rijaccu correct op de rijregelaar aangesloten? Controleer of de steekverbindingen evt. vervuild of geoxideerd
is.
•
Is de rijaccu volledig opgeladen?
•
Als het voertuig tijdens het rijden blijft staan, werd evt. de onderspanningsherkenning geactiveerd aangezien de
spanning van de aangesloten accu te laag is (de rijregelaar schakelt de motor uit wanneer de accuspanning onder
de 6,5 V zakt). Sluit een nieuwe, volledig opgeladen accu aan het voertuig aan (laat vooraf een pauze van minstens
5 - 10 minuten zodat de rijregelaar en de motor kunnen afkoelen).
•
Is het voertuig te ver weg? Bij een volle rijaccu en volle batterijen/accu's in de zender moet een reikwijdte van 50
m en meer mogelijk zijn. Dit kan echter worden verminderd door omgevingsinvloeden, vb. storingen op de zend-
frequentie of de nabijheid tot andere zenders (niet enkel afstandsbedieningszenders, maar ook WLAN-/Bluetooth-
apparaten die eveneens een zendfrequentie van 2,4 GHz gebruiken) tot metalen onderdelen, gebouwen, etc.
•
Bij ontbrekend zendersignaal schakelt de rijregelaar de motor uit veiligheidsoverwegingen uit.
Voertuig wordt langzamer of de stuurservo toont enkel nog geringe of helemaal geen reactie; de reikwijdte
tussen de zender en het voertuig is enkel zeer kort
•
De rijaccu is zwak of leeg.
•
De stroomvoorziening van de ontvanger en daarmee ook de stuurservo gebeurt via de BEC van de rijregelaar.
Omwille daarvan voert een zwakke of lege rijaccu ertoe, dat de ontvanger niet meer goed werkt.
•
Vervang de rijaccu voor een volledig opgeladen rijaccu (vooraf en pauze van 5 - 10 minuten nemen, opdat de motor
en de rijregelaar voldoende kunnen afkoelen).
•
Controleer de batterijen/accu’s in de zender.
Het rechtuitrijden klopt niet
•
Stel het rechtuitrijden op de zender af met de draairegelaar "ST TRIM" in.
•
Heeft het voertuig een ongeval gehad? Dan controleert u het voertuig op defecte of gebroken onderdelen en
vervangt u deze.
De rijfunctie is tegengesteld tot de beweging van de gas-/remhendel op de zender
•
Als de motor van de rijregelaar werd ontkoppeld (bv. voor onderhoudsdoeleinden) en later opnieuw gekoppeld,
werden de motorkabels misschien verwisseld. Verwissel beide motorkabels met elkaar.
Summary of Contents for 1527213
Page 115: ...115 ...