119
i) Controleren van de tuimelschijfsturing
Zodra de tuimelschijf bij ingeschakelde zender horizontaal is uitgericht, controleert u meteen de stuurrichtingen.
Als de stuurknuppel voor de nick- en de rol-functie (zie afb. 1, pos. 4) naar voor wordt gedrukt, moet de tuimelschijf in
de vliegrichting gezien eveneens naar voor hellen. Wordt de stuurknuppel naar achter getrokken, dan moet de tuimelschijf
eveneens naar achter hellen.
Afb. 11
Als de stuurknuppel voor de nick- en de rol-functie (zie afb. 1, pos. 4) naar links wordt gedrukt, moet de tuimelschijf in
de vliegrichting gezien eveneens naar links hellen. Wordt de stuurknuppel naar rechts gedrukt, dan moet de tuimelschijf
eveneens naar rechts hellen.
Afb. 12
Indien de tuimelschijf zich omgekeerd dan hierboven beschreven gedragen, dan kunt u met behulp van de DIP-
schakelaar op de achterzijde van de zender de stuurrichting omkeren. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in
het deel "Veranderen van de stuurrichting".
Summary of Contents for 20 69 33
Page 134: ...134 ...
Page 135: ...135 ...