IV. ONTVANGER PROGRAMMEREN
De ontvanger heeft de mogelijkheid om een aantal parameters in te stellen. Kijk voor het programmeren
naar a eelding 1 om de knoppen C1 en C2 en de LED's te lokaliseren.
De ontvanger sluit het programmeren automatisch af als er 45 sconden geen activiteit heeft
plaats gevonden.
1. Zender toevoegen
Om een zender in het geheugen van de ontvanger op te slaan, druk de knop van de gewenste uitgang (C1 of
C2) in en houd deze ingedrukt. De bijbehorende LED (C1 of C2) licht op. Druk op de gewenste knop
van de zender. Als de zender succesvol in het geheugen is opgeslagen knippert de bijbehorende LED
(C1 of C2) en gaat deze uit.
2. Zenders uit het geheugen verwijderen
Om een zender uit het geheugen te verwijderen, druk knoppen C1 en C2 tegelijk in en houd deze ingedrukt.
De LED's C1 + C2 + MOM + MONO + BIST gaan knipperen, druk nu op een knop van de zender welke
verwijderd moet worden. Als de zender succesvol is verwijderd knippert LED C1.
Wanneer de knoppen C1 en C2 te lang (langer dan 14 seconden) ingedrukt worden, zal het hele
geheugen verwijderd worden.
1
2
3
DRUK OP KNOP C1 OF C2
EN HOUD DEZE INGEDRUKT
LED C1 OF C2 LICHT OP
DRUK OP DE GEWENSTE
KNOP VAN DE ZENDER
LED C1 OF C2
KNIPPERT EN GAAT UIT
TOEVOEGING SUCCESVOL
Fig. 2.
Een zender aan het geheugen van de ontvanger toevoegen.
1
2
3
DRUK OP KNOPPEN C1 EN C2
EN HOUD DEZE INGEDRUK
DE LED'S C1 EN C2 KNIPPEREN
DRUK OP EEN KNOP VAN DE
TE VERWIJDEREN ZENDER
LED C1 KNIPPERT
VERWIJDERING SUCCESVOL
Fig. 3.
Zenders uit het geheugen verwijderen.
NL