55
M16MI325 A03_06/18
EXPERTINSTELLINGEN
TOEGANG
U heeft toegang tot expertinstellingen in 5 stappen.
Uit de modus Auto, Comfort, Eco of Vorstbescherming:
Informatiescherm
1
Informatieschermen
1
Houd 5 seconden
ingedrukt
1
Druk tweemaal
kortstondig
2
Druk lang en gelijktijdig 10
seconden op
4
Druk 10
seconden in
3
Druk
kortstondig
5
Informatiescherm
Pro
= Expert instellingen
Volgorde instellen:
Aanpassing sensor omgevingstemperatuur
Interne temperatuurbewaking
Aanpassing schakelverschil
Fabrieksinstellingen herstellen
INSTELLING VAN DE OMGEVINGSTEMPERATUUR SENSOR
Overzicht
Belangrijk: Deze bediening is voorbehouden aan professionele instal-
lateurs. Verkeerde wijzigingen kunnen leiden tot afwijkingen in de stu-
ring.
In het geval dat de gemeten temperatuur (gemeten met een betrouw-
bare thermometer) ten minste 1°C of 2°C verschilt ten opzichte van de
instellingstemperatuur van de radiator.
De kalibratie past de temperatuur aan die gemeten wordt door de om-
gevingstemperatuursensor om een afwijking van + 5°C tot -5°C te com-
penseren met intervallen van 0,1°C.
Belangrijk: Voordat u de kalibratie uitvoert, is het aangeraden 4 uur te
wachten na de instelling van de temperatuur om er zeker van te zijn dat
de omgevingstemperatuur gestabiliseerd is.
Instelling van de omgevingstemperatuur sensor
1- Als het verschil van kamertemperatuur negatief is, bijvoorbeeld:
Temperatuurinstelling (wat u wilt) = 19°C.
Omgevingstemperatuur (wat u kan aflezen van een betrouwbare
thermometer) = 18°C.
Verschil gemeten = -1°C.
Om te corrigeren, gaat u als volgt te werk:
Sensortemperatuur = 21°C
(De gemeten temperatuur kan verschillen door de locatie van de ther-
mostaat in de kamer).
Verminder de temperatuur die door de omgevingstemperatuursensor
gemeten wordt met 1°C door op
te drukken.
In ons voorbeeld gaat de door de sensor gemeten temperatuur
van 21°C naar 20°C.
2- Als het temperatuurverschil in de kamer positief is, bijvoorbeeld:
Temperatuur instellen (wat u wilt) = 19°C.
Omgevingstemperatuur (wat u kan aflezen van een betrouwbare
thermometer) = 21°C.
Verschil gemeten = +2 °C.
Om te corrigeren, gaat u als volgt te werk:
Sensortemperatuur = 21°C.
(De gemeten temperatuur kan verschillen door de locatie van de ther-
mostaat in de kamer).
NL