102
BEDIENINGSHANDLEIDING
1.
Functie voor automatische controle van de vochtigheidsgraad:
A. Als “CO” (continue) ingesteld is op ontvochtigen, zal de ontvochtiger continue
werken, ongeacht de vochtigheidsgraad.
B. Als de vochtigheidsgraad binnen groter is dan of gelijk aan 3% of meer van de
ingestelde vochtigheidsgraad zullen de compressor en de ventilator werken. Het
indicatielampje van de compressor zal branden.
C. Als de vochtigheidsgraad in de kamer zakt tot onder 2% van de ingestelde
vochtigheidsgraad zal de compressor uitschakelen en wordt de ontvochtiging
gestopt. Het indicatielampje (OK-lampje) dat aangeeft dat de vochtigheidsgraad
bereikt is zal branden.
D. Als de ontvochtiger uitschakelt en de vochtigheidsgraad in de kamer gelijk
is aan of hoger is dan 3% of meer van de ingestelde vochtigheidsgraad zal de
compressor, na het verstrijken van de veiligheidstijd van drie minuten, starten
om te ontvochtigen.
E. De vochtigheidsgraad binnen kan door bovenstaande cyclus op de ingestelde
waarde gehouden worden.
2.
Comfort (weergave “AU”) functie:
A. Als de kamertemperatuur lager is dan 5°C stopt de ontvochtiger.
B. Bij een kamertemperatuur tussen 5°C en 20°C is de vochtigheidsgraad
automatisch ingesteld op 60%.
C. Bij een kamertemperatuur tussen 20°C en 27°C is de vochtigheidsgraad
automatisch ingesteld op 55%.
D. Bij een kamertemperatuur hoger dan 27°C is de vochtigheidsgraad automatisch
ingesteld op 50%.
3.
Droogfunctie: (CLOTH (KLEDING) licht)
A. Als deze functie ingeschakeld is, zal de ontvochtiger blijven werken (compressor
en ventilator), ongeacht de vochtigheidsgraad als “CO” geselecteerd is.
B. De windsnelheid wordt ingesteld op hoog en kan niet aangepast worden.
4.
Ventilator:
A. De compressor werkt niet.
B. De ventilator kan draaien in twee bedrijfsmodi: hoge windsnelheid en lage
windsnelheid.
C. De toets voor het instellen van de vochtigheidsgraad kan niet gebruikt worden in
de ventilatormodus
5.
Beveiliging tegen volle watertank:
A. Als er gedurende 3 seconden een volle watertank waargenomen wordt, zal de
regelaar stoppen en alle uitgangen uitgeschakeld worden. De indicator voor
volle watertank is aan (FULL (VOL), de zoemer klinkt 15 keer. Druk op een toets
om de zoemer te stoppen.
B. Wanneer het alarm voor volle watertank verholpen is, keert het toestel terug
naar de originele bedrijfsstatus (het starten van de compressor wordt met 3
minuten vertraagd)
6.
Ontdooifunctie:
A. Tijdens ontdooien is de compressor uitgeschakeld en wordt de ventilator
ontdooid door een snelle windstroom. Het indicatielampje voor ontdooien is aan
(DEF).
1
Summary of Contents for 8713508781655
Page 143: ...143 y...