5. Voor het begin van de werkzaamheden de wielkast weer slui-
ten en kartelbout 1 aandraaien.
Elektronische toerentalregeling
Verder kunt u via de keuze van de aandrijfniveaus door het om-
leggen van de aandrijfriem het toerental van uw machine elektro-
nisch aan de betreffende voorwaarden aanpassen.
1. Toerentalregelknop pos. 6 (fig. 10) voor het instellen van het
toerental tijdens de werking naar links of rechts draaien.
Werken met de machine (fig. 11)
Let op!
Werk altijd binnen het juiste vermogensgebied. Voorkom blok-
kades van de spindel die veroorzaakt zijn door overbelasting.
Als de spindel tijdens de werking blokkeert, moet u de machine
meteen uitschakelen en de aanzet en freesdiepte zo instellen,
dat de machine niet overbelast raakt.
Let op!
Voordat de netstekker in het stopcontact wordt gestoken, moet
u controleren of de informatie op het typeplaatje overeenstemt
met de gegevens van uw lokale elektriciteitsnet. Indien zij niet
overeenstemmen, kunnen beschadigingen of risico’s bij het wer-
ken het gevolg zijn!
Let op!
Bij het werken altijd gehoorbescherming en een veiligheidsbril
dragen!
Let op!
Voorkom een abnormale lichaamshouding! Zorg ervoor dat u
stevig staat en uw evenwicht houdt.
Let op!
Werk alleen met een naar beneden geklapte klauwplaatbescher-
ming! Als deze defect is, mag u niet met de machine werken!
Voorbeeld lengtedraaien (a)
Opmerking:
parallel draaien aan de draaias en bewerken van cilindrische
voorwerpen zijn de belangrijkste toepassingen van een draai-
machine.
1. Werkstuk spannen zoals beschreven in hoofdstuk "Spannen
van het werkstuk".
2. Verzeker u ervan dat het werkstuk vrij kan draaien.
3. Het vereiste toerental door omleggen van de riem in de wiel-
kast (zie voorafgaande hoofdstuk) instellen. Let op: voor het
inschakelen de toerentalregelknop naar links draaien.
4. Een geschikte beitel in de beitelhouder inspannen (zie "Draai-
beitel inspannen").
5. De support van rechts naar links tegen het werkstuk plaat-
sen.
6. Met de dwarsslede 1 de snijdiepte instellen.
7. Dwars- en bovenslede tegen het werkstuk plaatsen
8. Machine met de hoofdschakelaar inschakelen. Let op: de
klauwplaatbescherming moet naar onderen zijn geklapt.
9. Dwars- en bovenslede door middel van de handwielen ver-
schuiven. Let op: slede of draaibeitel niet tegen de draai-
klauwplaat laten lopen!
10. Na beëindiging van de werkzaamheden machine met de
hoofdschakelaar uitschakelen.
Voorbeeld vlakdraaien (b)
Opmerking:
deze werkwijze wordt gebruikt om de voorkant van een werkstuk
vlak af te draaien. Ga hierbij te werk zoals bij het hiervoor be-
schreven vlakdraaien met de volgende bijzonderheden:
1. De rechter zijbeitel ca. 2° tot 3° versteld inspannen. De hoek-
stand moet door het draaien van de beitelhouder worden in-
gesteld.
2. De dwarsslede met draaibeitel van buiten naar binnen (naar
het centrum) bewegen en daarbij de rechter voorvlakken of
asinspringingen bewerken.
Let op!
Bij grotere werkstukdiameters verschilt de snijsnelheid van bui-
ten naar binnen aanzienlijk. Daarom de draaibeitel met de dwars-
slede voorzichtig en langzaam afsluiten!
Voorbeeld kegeldraaien (c)
De bovenslede is met een schaal uitgerust en kan voor het ke-
geldraaien naar twee kanten 45° worden gedraaid. Daarvoor te
werk gaan zoals beschreven onder "Werken met de bovenslede".
De bewerkingswijze is hetzelfde als bij het lengtedraaien.
Afsteken van een werkstuk (d)
Let op!
Afsteekbeitel zo kort mogelijk inspannen. U moet op de juiste
hoogte van de snede van de afsteekbeitel letten! Deze moet zich
ter hoogte van de draaias of vlak daaronder bevinden!
1. De afsteekbeitel rechthoekig in de beitelhouder inspannen.
2. De dwarsslede met draaibeitel voorzichtig van buiten naar
binnen (naar het centrum) bewegen. Bij het passeren van de
draaias van het werkstuk wordt dit afgekort.
Let op:
Ga heel voorzichtig te werk om rondvliegen van het afgekorte
werkstuk te vermijden. Gevaar voor lichamelijk letsel!
- 60 -
Summary of Contents for FD 150/E
Page 1: ...DE GB FR IT ES NL DK SE CZ TR PL RU MANUAL Drehmaschine FD 150 E...
Page 3: ...3 NOTIZEN...
Page 5: ...5 Fig 7 Fig 7a Fig 7b 1 1 4 2 Fig 9 3 4 5 2 1 6 a b c d Fig 10 Fig 11 Fig 8 a b c d e f...
Page 109: ...PROXXON PROXXON 85 16 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 109...
Page 111: ...2 2b FD 150 E PROXXON 2 2 1 2 3 4 3 1 2 2 3 1 2 3 3 111...
Page 113: ...2 3 7 7a 7a 7b 1 3 2 1 2 3 3 3 4 3 2 5 2 1 6 7 1 2 3 8 24524 b d f 9 6 6 113...
Page 114: ...114 1 1 9 2 2 1 3 4 4 800 5000 10 1 1 2 2 3 3 4 4 3 5 5 1 1 6 10 11...
Page 115: ...115 1 2 3 4 5 6 1 7 8 9 10 b 1 2 3 2 45 d 1 2 12 1 2 3 5 4 2 6 2 5 3...