14
Informatie
Status
Functie
Alarmwaarschu-
wing
De alarmindicator
knippert 5 keer en
piept. Die signalen vormen
samen
een alarmcyclus. De alarm-
waarschuwing
wordt 3 keer om de
10 seconden gegeven.
Dit betekent dat een alar-
merende situatie
en gevaarlijke CO-concen-
traties
gedetecteerd
werden. Deze cyclus
herhaalt zich zolang er
gevaarlijke CO-niveaus
gedetecteerd worden.
Stille alarmstatus
Als de melder zich in
alarmstatus
bevindt, kunt u de TEST-
-knop
indrukken en ingedrukt
houden
om naar de stille alarm-
status
te gaan.
De stille alarmstatus is
dezelfde als
de alarmstatus,
alleen zal de buzzer
tijdelijk niet piepen. De
alarmindicator blijft
nog steeds knipperen.
De stille alarmstatus
duurt minder dan 10
minuten.
Dit wijst op een alarmstatus
zonder de pieptonen,
maar alleen als de
CO-concentratie minder
dan
200 ppm bedraagt.
Informatie
Status
Functie
Waarschuwing
lage
CO-concentratie
De alarmindicator knippert
4 keer tegen een lagere
snelheid
en piept. De waarschuwing
voor een lage
CO-concentratie
wordt minstens
een keer om de vijf
minuten gegeven met een
interval
van minstens 3
minuten.
Dit geeft aan dat een lage
CO-concentratie gede-
tecteerd
werd.
Test
Als u op de TEST-knop
drukt,
zullen de stroom-, sto-
rings- en
alarmindicator een keer
tegelijkertijd knipperen. Als
de melder naar behoren
functioneert, wordt een
alarmcyclus afgewerkt. Als
er een storing is, wordt
een storingswaarschuwing
gegeven.
Om handmatig te testen.
566025107
NL