Inleiding instellingen
aanpassen
3
2
1
1
Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
2
ESC-toets
Raak deze toets aan om de regelstand van
de functies te annuleren.
3
BACK-toets
Raak deze toets aan om terug te keren naar
het vorige display.
1 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel te activeren.
De toetsen van het aanraakpaneel verschijnen
op het display.
2 Raak A.MENU aan om de namen van de
functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
#
Raak
BACK
aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
#
Raak
ESC
aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een in-
stellingsfunctie gebruikt, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het bij de signaalbron
behorende display.
Video-ingangssignaal 1
instellen
U kunt de instelling aan de hand van het aan-
gesloten onderdeel in- of uitschakelen.
!
Selecteer
VIDEO
om een video van een
aangesloten onderdeel als
AV-1
signaal-
bron te bekijken.
1 Raak A.MENU en daarna AV INPUT1
aan.
2 Raak
c
of
d
aan om de instelling van
video-ingangssignaal 1 te selecteren.
Raak
c
of
d
aan totdat de gewenste instelling
op het display verschijnt.
!
OFF
Er is geen video-onderdeel aangeslo-
ten
!
VIDEO
Extern video-onderdeel
Video-ingangssignaal 2
instellen
U kunt de instelling aan de hand van het aan-
gesloten onderdeel in- of uitschakelen.
!
Selecteer
VIDEO
om een video van een
aangesloten onderdeel als
AV-2
signaal-
bron te bekijken.
!
Selecteer
B. CAMERA
als er een achteruit-
rijcamera op de auto is geïnstalleerd.
1 Raak A.MENU en daarna AV INPUT2
aan.
2 Raak
c
of
d
aan om de instelling van
video-ingangssignaal 2 te selecteren.
Raak
c
of
d
aan totdat de gewenste instelling
op het display verschijnt.
!
OFF
Er is geen video-onderdeel aangeslo-
ten
!
VIDEO
Extern video-onderdeel
!
B. CAMERA
Achteruitrijcamera
Overige functies
Nl
113
Hoofdstuk
Nederlands
05