85
NL
Opnamemenu (Record)
Profiel (Profile)
Het opnameprofiel stelt de opnameparameters van tevoren in,
zoals de opnamekwaliteit en het bestandsformaat, de gevoe-
ligheid van de microfoon en de microfoonmodus, zodat deze
aansluiten bij de opnameomstandigheden. Het profielsymbool
wordt weergegeven in de informatiebalk bovenaan het scherm.
•
Personal
(persoonlijk): alle instellingen naar wens
aanpassen.
»
Recording quality (opnamekwaliteit)
: het
bestandsformaat en de kwaliteit van de opname
(bitsnelheid) instellen. Naarmate de opnamekwaliteit
hoger is, is het bestand groter en kunt u minder
opnames maken.
›
DSS SP
: .dss, mono, 13,7 kbit/s
›
DSS QP
: .ds2, mono, 28 kbit/s
›
MP3 Stereo
: .mp3, stereo, 192 kbit/s
›
PCM Voice
: .wav, mono, 353 kbit/s
›
PCM Stereo
: .wav, stereo, 705 kbit/s
»
Microphone sensitivity
(microfoongevoeligheid)
: u kunt de
opnamegevoeligheid aanpassen om te voorkomen dat u
achtergrondgeluiden opneemt en om de recorder af te
stemmen op de opnameomgeving.
›
Meeting (vergadering)
: hoge gevoeligheid
›
Dictate (dicteren)
: gemiddelde gevoeligheid
›
Private (privé)
: lage gevoeligheid
•
Meeting (vergadering)
: geoptimaliseerd voor het
opnemen van meerdere geluidsbronnen, bijvoorbeeld tijdens
vergaderingen en conferenties met een klein aantal mensen
(Opnamekwaliteit: MP3 Stereo, Microfoongevoeligheid:
Vergadering (hoog)).
•
Dictate
(dicteren):
instelling geoptimaliseerd voor het
opnemen van een geluidsbron vlakbij het apparaat (Op-
namekwaliteit: DSS QP, Microfoongevoeligheid: Dicteren
(medium)).
•
Speech recognition
(spraakherkenning): geoptimali-
seerd voor latere bewerking met behulp van spraakherken-
ningssoftware (Opnamekwaliteit: DSS QP, Microfoongevoelig-
heid: Privé (laag)).
Opmerking
• Alle opnameprofielen kunnen worden aangepast met
de Philips SpeechExec-software.
Geavanceerde
configuratie, blz. 82.
Lijningang (Line-in)
Als u een externe microfoon op het apparaat aansluit, wordt
de opnamebron automatisch omgeschakeld en worden de
microfoons van het apparaat uitgezet. Stel de lijningang-optie
afhankelijk van de externe bron in:
•
Off (uit)
: sluit een externe mono- of stereomicrofoon aan
•
On (aan)
: sluit een versterkte opnamebron (bijv. een stereo-
systeem) aan
Pieptoon start opname (Record notification beep)
Activeer/deactiveer een pieptoon die aangeeft dat de opname
op het punt staat te beginnen.
Bewerkingsmodus (Edit mode)
U kunt een bestaande opname bewerken door een deel ervan
te overschrijven of door een extra opname in te voegen.
Op-
name toevoegen of overschrijven, blz. 75.
Stemactivering (Voice Activation)
Wanneer opnemen met stemactivering is ingeschakeld, start het
opnemen zodra u begint te spreken. Wanneer u stopt met spre-
ken, wordt het apparaat na drie seconden stilte automatisch ge-
pauzeerd. Het begint pas weer met opnemen wanneer u opnieuw
begint te spreken.
Opnemen met stemactivering, blz. 78.
Nederlands
Summary of Contents for DPM7000
Page 2: ......
Page 31: ...31 EN English ...
Page 32: ...32 EN ...
Page 61: ...61 DE Deutsch ...
Page 62: ...62 DE ...
Page 91: ...91 NL Nederlands ...
Page 92: ...92 NL ...
Page 121: ...121 IT Italiano ...
Page 122: ...122 IT ...
Page 151: ...151 FR Français ...
Page 152: ...152 FR ...
Page 181: ...181 ES Español ...
Page 182: ...182 ES ...