22
NL
Inschakelen van de radio
1. Gebruik op batterijen
1.
2.
2. Gebruik op netstroom
Plaats de batterijen, draai eerst de vergrendeling
van het deksel van het batterijen compartiment
tegen de klok in los en open het deksel.
Plaats 6 batterijen van het type AA (UM-3) in het
batterijen compartiment. Verzeker u ervan dat de
batterijen geplaatst zijn in overeenstemming met de
afgebeelde plaatsingswijze. Sluit het deksel van het
batterijen compartiment en draai de vergrendeling
van het deksel met de klok mee vast. Indien de
radio voor langere tijd niet gebruikt wordt, wordt
aanbevolen de batterijen uit de radio te verwijderen.
Verminderde capaciteit, vervorming, storing, een
stotterend geluid en/of de weergave van de tekst
“LOWPOWER” op het display zijn aanduidingen
dat de batterijen vervangen of opgaladen moeten
worden.
Voordat u de stroomkabel met het stopcontact
verbindt, dient u te controleren of de netstroom
spanning correct is. Wanneer u batterijen gebruikt
dan zullen de batterijen automatisch worden
uitgeschakeld wanneer u netstroom gebruikt. De
kabelopbergmogelijkheid, die zich achter op de
radio bevindt, dient ervoor om de stroomkabel op te
bergen wanneer de radio niet gebruikt.
BELANGRIJK:
De stekker wordt gebruikt om de
radio aan te sluiten op het lichtnet. Het stopcontact
dat wordt gebruikt voor de radio moet bereikbaar
blijven tijdens gebruik. Om de radio volledig los te
koppelen van het lichtnet, moet de stekker uit het
stopcontact worden gehaald.