17
NEDERLANDS
•
Breng een stankafsluiter (sifon) aan op elke afvoerpunt
(EN 12056-2).
•
De benodigde terugslagklep (EN 12050-4) voor de druklei-
ding is bij de levering inbegrepen.
Bij wandmontage a.u.b. het meegeleverde montagemateriaal
gebruiken. De Hebefix mini moet horizontaal worden uitgelijnd.
De HEBEFIX MINI kan met alle in de handel verkrijgbare
wandsystemen worden gecombineerd. De belangrijkste afme
-
tingen zijn in de afbeelding weergegeven. Bij installatie in een
voorwand raden wij u aan altijd het toebehoren van de alarmin
-
stallatie te gebruiken.
Voor het onderhoud van het apparaat is een opening van mini-
maal 350 x 400 mm nodig.
LET OP!
De afstand van het deksel van de installatie tot de bo-
venrand van de opening moet 200 mm bedragen. Deze ruimte
is nodig om de pomp te demonteren in geval van onderhoud of
storing.
Er kan een montageset voor de integratie van een frameloze
onderhoudsklep van tegels als accessoire worden besteld.
De HEBEFIX MINI heeft drie openingen voor de buisaansluiting:
– boven voor buitendiameter 40 mm
– links voor buitendiameter 50 mm
– rechts voor buitendiameter 50 mm
De bijgeleverde elastische verbindingsbussen voor de inlaat
-
buizen vereenvoudigen de montage en zijn noodzakelijk voor
de geluidsisolatie. Let er bij het sluiten van de douche op dat
de douchebak 110 mm boven het montageniveau moet liggen,
om te voorkomen dat het afdichtingswater in de stankafsluiter
door het afvalwater in het systeem wordt vervangen.
De montage van de opvoerinstallatie voorafgaande aan het af-
dekken van het voorwandframe vergemakkelijkt de montage
en controle van de aansluitingen.
Bij directe aansluiting van de HEBEFIX MINI moeten in plaats van
de aansluitmanchetten de insteekafdichtingen worden gebruikt.
Drukleiding
Sluit de ter plaatse aanwezige drukleiding (min. DN 32) aan op
het terugslagventiel van de HEBEFIX MINI.
Neem de door de fabrikant opgegeven vermogensgrenzen
(technische specifica
-
ties) in acht. Afwijkingen
tasten de transportca-
paciteit aan.
Installeer de druklei-
ding zonder verval. Als
de drukleiding toch met
verval naar het over-
drachtspunt moet wor-
den geleid, moet deze
op het hoge punt in een
grotere maat leiding worden omgezet. Zo vermijdt u hevels, die
tot storingen kunnen leiden.
Reservoirventilatie
LET OP!
Voor het functioneren van de installatie is een reser-
voirventilatie absoluut noodzakelijk.
Voorafgaande de inbedrijfstelling
Verwijder de folie van het actieve koolfilter en plaats hem in de
ventilatie onder het deksel.
Bij ventilatie via het dak
of in de ruimte (toebeho-
ren) is het actieve koolfil
-
ter niet nodig en moet de
voorgevormde hoek van
de afdekking worden ver-
wijderd. Vervolgens kan
een bij de klant aanwezig
ventilatiekanaal worden
aangesloten.
Bij gebruik van een voor
-
wandsysteem moet de ventilatie via het dak of in de ruimte
plaatsvinden. Deze luchtleiding voorkomt dat vochtige lucht
uit het reservoir in de voorwand kan ontsnappen en daar onge-
merkt tot de vorming van schimmel en vochtschade leidt.
Toebehoren ventilatie in de ruimte
1.
Verwijder de voorgevormde hoek van het deksel.
2.
Ventilatiekanaal DN40 bij de klant aansluiten.
Tot het toebehoren behoort een ronde actieve koolfilter, dat
bij ventilatie van de ruimte de geurbelasting vermindert. Het
onderhoud en de vervanging moet van buitenaf plaatsvinden
via het ontluchtingsrooster.
LET OP!
Voorafgaande aan het plaatsen van een nieuwe actie-
ve koolstoffilter moet de folie worden verwijderd.
MONTEREN
Installeer de toevoerleidingen, de drukleiding en de ventilatie
in de voorbereide inbouw-
ruimte van de installatie.
1.
Open met een
gatenzaag (Ø 56) de
aansluitleidingen voor
de af te wateren sani-
taire objecten.
2.
Ontbraam de
randen.
LET OP!
Het uitgezaagde
materiaal mag niet in het
reservoir achterblijven.