11
6 Storingen
SYMPTOOM
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
Een brander ontsteekt niet.
Verkeerde gassoort
gebruikt.
Bedieningsknop niet diep
genoeg ingedrukt.
Controleer of het gebruikte
gas geschikt is voor het
toestel. Indien dit niet juist
is, neem dan contact op
met uw installateur.
Houd de bedieningsknop
voldoende diep ingedrukt
tussen vol- en kleinstand.
Bij eerste gebruik kan dit
langer duren i.v.m. aanvoer
van gas.
De brander brandt niet
egaal.
Branderdelen niet juist
geplaatst.
Branderdelen vervuild/
vochtig.
Verkeerde soort gas
gebruikt.
Zet de branderdelen via de
geleidingsnokken in elkaar.
Reinig/droog de brander-
delen. Let er hierbij op dat
de uitstroomgaten open
zijn.
Controleer of het gebruikte
gas geschikt is voor het
toestel. Indien dit niet juist
is, neem dan contact op
met uw installateur.
De brander dooft na
ontsteken.
Bedieningsknop niet diep
genoeg ingedrukt.
Houd de bedieningsknop
minimaal 5 seconden
ingedrukt.