NL
- 127 -
Verstellen van de maaihoogte
Waarschuwing!
Van maaihoogte mag enkel worden veranderd als de motor afgezet
en de netstekker uit het stopcontact getrokken is.
Voordat u begint te maaien controleert u of het maaigereedschap niet
bot is en of de bevestigingsmiddelen niet beschadigd zijn. Vervang
botte en / of beschadigde maaigereedschappen om onbalans te
voorkomen. Bij deze controle de motor afzetten en de netstekker uit
het stopcontact trekken.
Bij het veranderen van maaihoogte dient u als volgt te werk te gaan
(zie
fi
g. 14):
1. De hefboom (A) naar buiten drukken.
2. De hefboom (B) naar de gewenste maaihoogte brengen.
3. De hefboom (A) loslaten en controleren of hij in het arrêt goed
vastzit.
A
fl
ezen van de maaihoogte
De maaihoogte kan in 6 trappen van 25 tot 75 mm worden afgesteld
en kan op de schaal (
fi
g. 14/C) worden afgelezen.
Accu laden (
fi
g. 16a)
1. Accupack het gereedschap uit nemen. Daarvoor de zijdelingse
grendelknop indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het kenplaatje overeen-
komt met de voorhanden zijnde netspanning. Steek de netstekker
van de lader (9) het stopcontact in. De groene LED begint te knip-
peren.
3. Steek de accu (8) de lader (9) in.
4. Onder punt “indicatie lader” vindt u een tabel met de betekenissen
van de LED-indicatie op de lader.
Anl_PE_ARM_36_Li_SPK7.indb 127
Anl_PE_ARM_36_Li_SPK7.indb 127
07.12.15 13:37
07.12.15 13:37