NL
- 94 -
13. Batterijen nooit onbeheerd laden!
Bescherming tegen milieu-invloeden
1. Draag de gepaste werkkledij. Draag een veiligheidsbril.
2.
Bescherm uw accu toestel en de lader tegen vocht en re-
gen
. Vocht en regen kunnen leiden tot gevaarlijke beschadigingen
van de cellen.
3. Het accutoestel en de lader niet gebruiken in de buurt van dam-
pen of brandbare vloeisto
ff
en.
4. Lader en accutoestellen enkel in droge toestand en bij een omge-
vingstemperatuur van 10 tot 40° C gebruiken.
5. Bewaar de accu niet op plaatsen waar een temperatuur van meer
40° C kan worden bereikt, vooral niet in een auto die geparkeerd
staat in de felle zon.
6.
Accu’s beschermen tegen oververhitting!
Overbelasting, over-
lading of zoninstraling hebben oververhitting en beschadiging van
de cellen tot gevolg. Laad of werk nooit met accu’s die oververhit
werden – vervang die onmiddellijk.
7.
Opbergen van accu’s, laadtoestellen en accutoestel
. Berg de
lader en uw accutoestel alleen in droge ruimten met een omge-
vingstemperatuur van 10-40° C op. Berg de lithium-ion-accu koel
en droog bij 10-20° C op. Beschermen tegen luchtvochtigheid en
rechtstreeks zoninstraling. Accu’s enkel in geladen toestand op-
bergen (minstens 40 % geladen).
8. Zorg ervoor dat de lithium-ion-accu niet bevriest. Accu’s die lan-
ger dan 60 minuten onder 0° C zijn opgeborgen moeten worden
verwijderd.
9. Voorzichtig bij het omgaan met accu’s wat betreft elektrostatische
lading. Elektrostatische ontladingen hebben schade aan de vei-
ligheidselektronica en de accucellen tot gevolg! Vermijd daarom
elektrostatische oplading en raak nooit de accupolen aan!
Anl_PE_AGS_3_6_Li_SPK7.indb 94
Anl_PE_AGS_3_6_Li_SPK7.indb 94
21.08.15 10:22
21.08.15 10:22