NL
44
1
Slijpbeveiliging
2
Snijdbeveiliging
3
Connector extra handgreep
4
Buitenflens
5
Binnenflens
EXTRA HANDGREEP
De extra handgreep kan worden beves-
tigd op de speciale connector
3
aan een
zijkant van het gereedschap.
Let op!
Zorg ervoor dat het gereed-
schap is uitgeschakeld en de stek-
ker uit het stopcontact is gehaald.
1
Schroef de extra handgreep in de
speciale connector
3
.
Controleer voor veilige werkomstan-
digheden of de extra handgreep al-
tijd op het gereedschap gemonteerd is.
2
1.
Zorg ervoor dat uw werkstuk niet kan
wegglijden en houd het gereedschap ste-
vig vast aan de hoofdhendel
8
.
2.
Om het gereedschap in te schakelen,
duwt u de veiligheidshendel
6
naar voren
en drukt u op de aan/uit-schakelaar
8
.
3.
Laat het gereedschap gedurende een
minuut op onbelaste snelheid draaien en
controleer of het geïnstalleerde wiel pro-
bleemloos draait.
Slijpen:
Let op!
Gebruik voor het slijpen
alleen slijpschijven (dikte 6 - 8
mm).
De beste slijpresultaten krijgt u met door
te werken met een hoek van 30° tot 40°.
Beweeg het gereedschap met gematigde
druk naar achter en voren.
INSTELLINGEN
Snijden:
Let op!
Gebruik voor het door-
slijpen alleen snijschijven (dikte
2 - 4 mm).
Druk tijdens het doorslijpen niet op het
apparaat, kantel en oscilleer het niet.
Schuif het zachtjes naar voren met een
snelheid die aangepast is aan het te be-
werken materiaal.
Het gereedschap moet altijd in tegenge-
stelde draairichting werken, anders be-
staat het gevaar dat het ongecontroleerd
uit de snede wordt geduwd.
4.
Om het gereedschap uit te schakelen,
laat u de aan/uit-knop
8
weer los.
Het gereedschap gebruiken
6
Veiligheidhendel
7
Stroomkabel
8
Aan/uit-schakelaar
9
Hoofdhendel
10
As-vergendelknop
Productoverzicht